Hoofdstuk 3

Nine-eleven
De ontdekking van de planeet Pluto en het interbellum 

 

 

Juni 2002

Na alles wat we in het vorige hoofdstuk over Wim Kok hebben besproken zou het heel verleidelijk zijn om nu meteen verder te gaan met de opgang en ondergang van het fenomeen Pim Fortuyn.* De kater over de gruwelijke moord op 6 mei 2002 zal nog  jaren voelbaar zijn. Al was het alleen maar omdat de uitslag van de verkiezingen op 15 mei 2002 beschouwd mag worden als een levend monument ter zijner nagedachtenis. 
Fortuyn was iemand met een hele sterke Pluto/Saturnus verbinding in zijn horoscoop en het is beslist interessant om straks te laten zien hoezeer de actuele oppositie tussen beide planeten hem eerst heeft geïnspireerd, en op het paard geholpen, om hem vervolgens fataal te worden. De kosmos verspeelt geen enkele druppel energie en ik ben er van overtuigd dat als iemands aardse taak er op zit het ogenblikkelijk over-eind-en-sluiten is. Er valt veel te vertellen en wellicht kan dit ook een zekere mate van troost bieden aan hen die na zijn overlijden met de grote waarom vraag zijn blijven zitten..Willen we echter een duidelijk beeld krijgen over de afgelopen periode moeten we toch echt eerst ons licht laten schijnen over de periode rond de ontdekking van Pluto in 1930 en de vreselijke 1ste Saturnus/Pluto oppositie van 1932. Niet alleen was dit het jaar van de grote beurs-crash in Amerika; het was bovenal de periode waarin het Nazisme en Fascisme aan hun opruk begonnen.
Het lijkt me daarom wenselijk eerst de overeenkomsten en verschillen tussen toen en nu te onderzoeken. 

Maar eerst wil ik kijken naar de consequenties van de aanslagen op nine-elven. 
Volgens mij zou de triomftocht van Fortuyn nooit tot zo’n overweldigend protest tegen de gevestigde orde zijn uitgegroeid als die elfde September een doodgewone dag zonder meer had mogen zijn. Wie kan ontkennen dat de aanslag op de Twintowers het cruciale omslagpunt was in de recente geschiedenis? Dit was de dag waarop niet alleen het machtige fallussymbool van de Amerikaanse welvaartsstaat, maar het basale veiligheidsgevoel van ieder mens in de vrije westerse wereld ineenstortte. Deze catastrofe kon ons allemaal tot in onze diepste kern raken, omdat iedereen intuïtief aanvoelde dat dit het begin inluidde van een tijdperk waarin de roep om veiligheid groter zal zijn dan voorlopig gewaarborgd kan worden.
 
Aangezien de mens gewend is te leven binnen de beperkingen van de dualiteit beseffen wij terdege dat wij de dingen nooit helemaal naar onze hand kunnen zetten. Uiteindelijk is ons altijd ingepeperd dat de wereld geen aards paradijs is. Het heeft ook nooit in de bedoeling gelegen dát er van te maken, want daar hadden we toch zeker het hiernamaals voor!
Als makke schapen hebben we ons dit altijd aan laten praten en daarom nemen we nog steeds een zekere mate van onvrede voor lief en vinden we het de gewoonste zaak ter wereld dat de mens altijd wat te kankeren heeft.
Zolang de weegschaal meer welvaart en welbehagen aangeeft dan onvrede en onrust, kunnen we zelfs laks zijn met zoeken naar daadwerkelijke oplossingen en hebben wij nogal eens de neiging problemen gemakshalve van ons af te schuiven. Het liefst een paar celletjes** verderop, waar andere dan ons soort mensen vast wel een oplossing weten. En zo niet; ach, dan is dat toch hun pakkie an!
Alleen raakte, op die elfde September, het ijkpunt van de weegschaal niet alleen ontwricht, het raakte zelfs zoek. En sindsdien zijn we behoorlijk de kluts kwijt. Al stoppen we dat beklemmende gevoel het liefst zover mogelijk weg. We zitten weer in vliegtuigen, durven weer te dineren in chique restaurants, op de bovenste verdieping van een wolkenkrabber, en maken weer achteloos onze postpakketjes open. Alles lijkt verdacht veel op het oude, vertrouwde bestaan van weleer. Europa durft zelfs weer een beetje opgelucht adem te halen. De bedreiging was toch zeker ook niet direct tegen haar gericht, maar tegen die arrogante supercel aan de overkant van de grote plas. Helaas, schijn bedriegt!
Al doen we nog zo stoer, diep in ons hart weten we dondersgoed dat wij collectief bezig zijn met een rituele bezweringsdans aan de rand van een op uitbarsten staande vulkaan.
Veel van de formules die we daarbij gebruiken worden dagelijks via krant en buis over ons uitgestort. Want sinds dat bewuste uur U hebben we ons niet aflatend bezig gehouden met het in kaart brengen en analyseren van alle gebeurtenissen. Voornamelijk worden deze gekenschetst als een politieke, culturele en vooral economische aantasting van onze normen en waarden. Het is ontegenzeggelijk waar dat op al die niveaus een enorme deuk is geslagen in ons, vaak bijna naïef te noemen, vertrouwen in het redelijk verstand der mensheid. Maar, de werkelijke aardschok, de huiveringwekkende beving, die ons tot in het diepst van onze kern raakt, is van religieuze aard.
Daarmee doel ik niet op de gebruikelijke schermutselingen tussen de verschillende religieuze opvattingen. De meeste godsdiensten zijn door de scheiding van kerk en staat dermate gepacificeerd dat ze als instituut redelijk onder controle zijn te houden. Ook onderling groeit de behoefte naar een oecumenisch samengaan en tegenwoordig kan er gelukkig openlijk gediscussieerd worden over oude verschilpunten en dogma’s. Hierop vormt de Islam een uitzondering en daardoor kunnen zich binnen deze vorm van religie krachten ontwikkelen die niet, of nauwelijks niet, gekanaliseerd kunnen worden. Deze gaan ook meteen een stuk dieper dan het religieuze gevoel van de gemiddelde gelovige. En wel tot op een, in het westen, bijna geheel en al vergeten niveau. Dat van de gepassioneerde martelaar die zijn leven opgeeft in het vertrouwen dat dit hem het directe contact met zijn godheid en diens paradijselijke nabijheid oplevert.
Deze daad van de moderne martelaar is altijd ontwrichtend voor de samenleving; daar hij op zijn moment suprème lijkt te ontstijgen aan de begrenzing van elke dualiteit. Deze vergaande staat van geweten’loos’heid maakt hem volkomen ongrijpbaar en hierdoor is zo’n rebel in staat tot dé perfecte aanslag. Want - al naar gelang de zwaarte van zijn daad - zullen de aangetaste cellen als opgeblazen luchtballonnetjes worden leeg geprikt.
 
Op dit moment doet zich natuurlijk de legitieme vraag voor in hoeverre zo’n daad ook werkelijk religieus is te noemen? Religie is het ijkpunt waar alle liefde/haat verhoudingen samen komen om vervolgens gefilterd te worden door de zeef van goed en kwaad. 
En wat een rotsooi zit er wel niet in díe zeef! 
Zoals daar zijn, de vele door waanbeelden aangetaste religieuze despoten, valse profeten en martelaars.
Deze zijn altijd te herkennen aan de nietsontziende machtswellust waarmee zij menen hun waarheid te moeten bekrachtigen. Daarbij een gruwelijk spoor van dood en verderf achterlatend. Overigens is dat hét bewijs dat zij slechts onderhevig waren aan pseudo-religieuze bevliegingen. Tijdens de echte religieuze beleving versmelt de mens met zijn goddelijke kern en transformeert hij zijn, door agressie gevoede, overlevingsdrang. Dit is het moment waarop hij opgaat in een alles overstijgende liefde voor - en met - álles dat leeft; terwijl de vermeende religieuze daad van de pseudo-martelaar juist een explosie van haat en geweld veroorzaakt. Dat kan ook niet anders, want deze misleide geest brengt zijn z.g. offer ten dienste een opgeblazen ego.
Kortom, de gehersenspoelde fanatiekeling die zijn eigen sprookje voor waarheid houdt zal nooit gedreven worden uit menslievendheid, maar uit diepe frustratie en materieel eigenbelang. Zijn daad zal altijd de oerangst binnen de bedreigde cellen polariseren en aanzetten tot nog meer frustratie en haat. Tot nog meer geldingsdrang en - meer nog dan voordien - compenserende verlangens aanwakkeren naar de verwezenlijking van de droom een onkwetsbare superman te zijn.
Het geheim van dit uiterst effectieve wapen zit in de misleide martelaar, die er zelf van overtuigd is dat híj de grote uitverkorene is die met zijn heilige missie de wereld moet redden.
Deze superman behoefte is gebaseerd op het minder/meerderwaardigheidscomplex waarmee menig gefrustreerde ziel is behept. Veelal leidt dit tot een zekere apathie en het juist niet kunnen verwezenlijken van grote dromen. Maar als de apathie kan worden omgebogen door er een Messiaanse glans aan te verlenen krijgt zo iemand de vleugels die hem over bergen heen tillen. Dan wórdt hij ook even de superman van zijn kinderdromen. De kleine David die de reus Goliath versloeg. En dan kan die voorheen kleine en machteloze mens met minimale middelen zo’n maximum aan effect scoren dat hij schier onverslaanbaar is.
Het krachtvoer dat deze lieden tot zich neemt bestaat alleen niet uit wonderspinazie, maar onvervalste haat. Kennelijk een dieet waarop menig aspirant-martelaar het jaren in het geniep kan uithouden.
Is het niet beangstigend dat iemands goede buur, of vrind misschien wel met nooit bevroede plannen rondloopt die op een kwade dag alle krantenkoppen zullen halen?
Tijdens de incubatieperiode tussen plan en daad kunnen blijkbaar jaren zitten waarin de aspirant-martelaar een schijnbaar doodgewoon bestaan leidt en  soms zelfs emotionele bindingen aangaat. Voor de gewone mens is zoiets nauwelijks te bevatten. Daar dit gedrag getuigt van de volhardende overgave aan een godsdienstig ideaal dat bij ons alleen nog vage herinneringen oproept aan de eerste christenen die zich vanwege hun overtuiging nog voor de leeuwen lieten werpen.

En hier, lieve mensen, wordt ons een  mega grote lachspiegel voorgehouden. Wij hebben onze cultuur gebouwd op een man die 2000 jaar geleden aan het kruis stierf voor zijn ideaal! Voeren zelfs zijn naam en zijn trots op onze christelijke cultuur. Maar wat is er na 2000 jaar eigenlijk terechtgekomen van zijn oproep elkaar lief te hebben als onszelf en elkaars broeders hoeder te zijn?
Wel, wij hoeden slechts diegenen die tot onze directe cel behoren en zijn verder alleen bereid tijdelijke allianties aan te gaan met andere cellen, die voor zo lang als het duurt, van belang kunnen zijn voor de eigen welvaart en veiligheid. Wij zijn verharde egoïsten geworden en het trieste is dat, ondanks alle welvaart en rijkdom, deze houding ons nauwelijks echt welbehagen heeft geschonken. Diep van binnen zijn wij zelfs bang om onze zwakkere schakels zodanig te versterken dat ze op een aan ons gelijkwaardig niveau kunnen komen. Wij zijn immers veelte benauwd dat wij daarmee ons eigen graf delven. Wie zit nu te wachten op een koekoeksjong in eigen nest? Niemand toch! Maar de diep tragische waarheid is dat de actuele stand van zaken beslist iets lachwekkends heeft, omdat uitgerekend de blinde vlek op ons eigen superioriteitscomplex het koekoeksjong is dat al tijden bezig is ons nest, pardon cel, van binnenuit te ontwrichten.
Ja, daar worden we even stil van, nietwaar!
Want ik heb het nu niet alleen over de grote, collectieve cellen zoals de verlichte westerse wereld versus de duistere Islam. Ik heb het over u en mijzelf. Over de schaduw die in ieder van onszelf verscholen zit. Over onze eigen verantwoordelijkheid om naar binnen te durven kijken en daar ons eigen verdrongen supermannetje te ontmoeten.
Ja, ook al hoort u het nu tot diep in Keulen donderen, en ontkennen we dit nog zo hard, dat mannetje zit heel diep weggescholen in de kern van ons allemaal. En daarom zit er maar één ding op:
verbeter de wereld en begin vóóral bij jezelf. En snel ook! Maar doe dat alsjeblieft níet door verwoed in dat koekoeksjong te gaan zitten prikken en hem overboord te zwiepen. Dit jong is een van de vermommingen van onze draak met de zeven koppen en moet op een totaal andere wijze onschadelijk worden gemaakt. We doen er wijs aan eerst de patronen te herkennen waarmee hij zijn pad baant door ons bestaan en te inspecteren waar hij momenteel mee bezig is. Want of we hem nu als draak, superman, of koekoeksjong betitelen, het blijft een instrument in Pluto’s handen. Liever gezegd een device om via de harde leerschool wakker te worden en onszelf te transformeren. Er is dus werk aan de winkel!
Om te beginnen zullen we het schokeffect van de lachspiegel moeten neutraliseren. Want zolang we niet goed durven kijken naar hetgeen ons daarin aanstaart blijven we vleugellam geslagen zielenpieten.

Een begrip dat ik tot nu aan toe niet heb gebruikt is dat van de ouderwetse duivel. We hebben de laatste tijd ons mond vol over het zaaien van haat en het demoniseren van mensen. Over terrorisme en duivelse praktijken en het uitbannen daarvan.
Ik ben ervan overtuigd dat als Bush spreekt over The war on terrorism en The axis of evil hij daarbij denkt in termen als goed versus kwaad, waarbij hij ongetwijfeld Bin Laden en Sadam Hoessein als personificaties van de duivel voor ogen heeft. Bijna iedereen denkt immers nog op deze oudchristelijke wijze. Maar, daarmee houdt men de dualiteit in stand die ons fataal aan het worden is. Waar Christus ons toe opriep was juist het ontstijgen van die dualiteit. Hij voorzag waartoe deze zou leiden, want dat is nu eenmaal het privilege van de verlichte geest, die een hogere dimensie van het bewustzijn heeft mogen ervaren.
Echter, het is de tragiek van iedere verlichte geest dat hij spreekt tot een gehoor dat de ervaring niet zelf heeft gehad. Daarom is het het lot van iedere volgeling dat zij, ondanks hun oprechte en idealistische bedoelingen, veroordeeld zijn tot een vertaling van de oorspronkelijke boodschap naar hun eigen – lagere - niveau.
De volgeling wil wel, en heeft beslist de allerbeste bedoelingen, maar spreekt vanuit een totaal andere wereld. Hij heeft dus wel de klok horen luiden, maar kán niet weten waar de klepel hangt. En dat is er de oorzaak van waarom een volgeling nooit de werkelijke vernieuwing kan bewerkstelligen die de verlichte geest voor ogen had. Dit houdt onvermijdelijk in dat het gepassioneerde elan van het prille begin al heel spoedig zal moeten verzanden in dogmatische verstarring. Hetgeen natuurlijk de dualiteit alleen nog maar meer versterkt en de verschillen tussen de cellen met ons soort mensen nog meer aanscherpt.
Zo is het in ieder geval tot nu aan toe altijd gegaan. Al staat er wat te veranderen!
We staan op de drempel van een nieuwe bewustzijnssprong en deze zal niet exclusief zijn voorbehouden aan die ene zeldzaam, heldere geest. Wij zullen die sprong met zijn állen moeten nemen. Daarom moeten we de handen ineen slaan en het monster in de spiegel transformeren tot een gezellig schoothondje. Want weet wel dat wij, op onze beurt, het monster zijn dat de ander tegemoet grijnst vanaf de achterkant van diezelfde spiegel.
Zo gaat dat dus over en weer en daar moet hoognodig verandering in komen. Alleen zal dat nooit gebeuren zolang we goed tegenover kwaad blijven zetten en West tegenover Oost. Deze verdeeldheid heeft ons alleen met de verdringing en frustratie opgezadeld welke de mensheid van de regen in de drup heeft geholpen.
Met andere woorden, we zouden er beter aan doen het oude archetype van de duivel met pensioen te sturen en de functie van Pluto en zijn bruid eens  nader te bestuderen.
De uitvinding van de duivel was een hulpmiddel waarmee de mens op een eenvoudige manier kon leren het kaf van het koren te onderscheiden. Dat was broodnodig in een periode waarin nog uitsluitend werd gedacht in zwart/wit beelden. Alles werd eenvoudigweg gekenschetst door goed, óf kwaad. Maar de geavanceerde mens van nu heeft, veel meer dan voorheen het geval was, behoefte aan het leren determineren en hanteren van oneindig veel ingewikkelder structuren en paradoxen. Wat op het ene niveau goed is kan op een ander het tegendeel zijn. Als we daar niet stapelgek van willen worden zal er een veel grotere behendigheid nodig zijn om te leren dansen op al die verschillende niveaus. Het gaat dus in veel opzichten niet langer om het oude vertrouwde óf/óf denken. Het is veelal én/én.
Dit vereist nieuwe richtlijnen en handvatten. Kortom, archetypen die ons daarbij behulpzaam kunnen zijn. Zij kunnen ons de weg wijzen hoe we eerst mondiale verschillen kunnen transformeren. Dat is het verschil met de vroegere duivel. Die transformeerde helemaal niks. Louteren kon men slechts in het hellevuur, maar dat we daar geen greintje beter door zijn geworden zien we dagelijks aan de toenemende gewelddadigheid om ons heen.
Als iets het ontstaan van celdeling in de hand heeft gewerkt is het wel de uitvinding van de duivel. In feite zou je kunnen stellen dat dit zijn grote meesterwerk is geweest. Het archetypisch paar Pluto/Persephone bieden wel een uitweg. Zij roepen op tot de transformatie van achterhaalde waarden en normen. Maar aangezien het of/of denken zo fundamenteel diep zit, dat er tot op heden nog nauwelijks ruimte kon worden gecreëerd voor een nieuwe zienswijze, kunnen zij niet anders dan zich via een uiterst heftige en indringende manier aan ons kenbaar maken.  

Zijn zij dan de nieuwe goden waaraan wij ons moeten onderwerpen? Absoluut niet!
Nogmaals, zowel god als duivel zijn archetypische beelden die wij tot onze beschikking kregen om vorm te geven aan het eminente, het goddelijke dat onnoembaar is en van alle tijden.
Het benoembare is wel degelijk onderhevig aan de slijtageslag die hoort bij de opeenvolging van de diverse culturen en hun begeleidende godsdiensten. Dit zijn producten van onze menselijke geest en als zodanig waren het tot voor kort ook bruikbare hulpmiddelen. Momenteel veranderen de tijden echter razendsnel en wordt steeds duidelijker, en dit is een zeer belangrijke paradox, dat juist het geloof in onze goden het contact met het werkelijke goddelijke – de alles overstijgende liefde – in de weg staat. 
Dit fenomeen zal namelijk nooit, door welke negativiteit dan ook, ontkracht kunnen worden, omdat het een volledig op zichzelf staande grootheid is. Het goede - de universele liefde - heeft namelijk voor zijn bestaansrecht het slechte niet nodig, maar omgekeerd kan slecht niet bestaan zonder de aanwezigheid van goed. Het goede kan het daarom zonder beeldvorming stellen, terwijl het slechte juist gevoed wordt door een ziekmakende opeenstapeling van beelden die onze hebberigheid opwekken.
Zo, denk daar straks voor het slapen gaan nog maar eens over na! Want dit impliceert nogal wat. Hier zit namelijk zowel de hele christelijke, als ook de islamitische en boeddhistische boodschap in verpakt. Namelijk dat het goede alom en dus overal in aanwezig is, terwijl de afsplitsing ervan – datgene wat de mens als het slechte ervaart – niet alleen alle celdeling heeft veroorzaakt, maar ook in stand houdt. Nog wel in toenemende mate!
Toch moeten we niet te hard oordelen over ons verleden, want tot nu aan toe had de mens geen andere oplossing voorhanden dan zijn zwakheden uit te bannen door er zoveel mogelijk proberen tegen te vechten, te negeren, of verdringen. Vroeger lag er immers nog geen andere weg open dan alle problematiek een paar celletjes verder weg te schuiven en er aldoende een paar extra bij te maken.
Wat wij deden was het naar buiten projecteren van alle negativiteit en daar zijn we net zolang mee door gesukkeld, tot het slechte ons nu levensgroot met een hautaine grijns op zijn smoel vanuit de lachspiegel aankijkt.
Zie je het nog steeds niet, wordt ons toegeschreeuwd. Moet ik mezelf soms nog beter laten zien? Het kan hoor! Maar weet wel dat het gelach hard, steeds harder zal zijn. En wil je dat je kinderen aan doen, terwijl er zo’n eenvoudige oplossing voor alles is? Het enige wat nodig is is om het beste van jezelf te delen met dat zogenaamde koekoeksjong. Dan zal hij als vanzelf in elkaar schrompelen en voortaan je beste maatje zijn.
Ik weet dat dit ontzettend simpel klinkt en het lijkt ook verdacht veel op de onnavolgbare boodschap van 2000 jaar geleden, maar er is wel degelijk iets nieuws onder de zon.
Aan het begin van het christendom was de tijd eenvoudigweg nog niet rijp om deze boodschap na te leven. Men kon toen nog alleen roeien met riemen van een lager niveau, daar het archetype van de Christus zijn tijd ver vooruit was.
Daarom lijkt er nu ook zo ontzettend veel mis te zijn gegaan en zitten we met de handen in het haar, omdat onze problemen dermate diep zitten dat ze schier onoplosbaar lijken. Toch ligt de mensheid, mijns inziens, nog steeds op schema in het grote kosmische plan.
Alleen is het nu wel de hoogste tijd om ogen te ontwikkelen waarmee we in het duister leren schouwen. Leren ónder de beeldvorming door te gaan, opdat we meer vertrouwd kunnen raken met dat grote plan, want we staan wel voor een kritische fase, zo u wilt een schifting in het evolutieproces.
Het wordt echt erop of eronder en dàt besef zal de aanloop voor de grote sprong worden. Dit is overigens minder moeilijk dan het lijkt. Om ons de inzichten en het vertrouwen te schenken waardoor we haar ook kúnnen maken, geven Pluto en Persephone steeds meer van zichzelf bloot. Zij kondigen hun prikacties zelfs lang van tevoren aan en geven ons niet mistenverstane waarschuwingen. Die we nota bene zelfs aan de hand van de kalender kunnen volgen. Mijn liefje, wat willen we eigenlijk nog meer. Zoveel bereidwillige hulp gaf die ouwe duvel toch echt niet! Kon hij ook niet, want de mens werd uitsluitend aangemoedigd om een dialoog met de godheid aan te gaan. Men moest zich vooral niet in de verleiding laten brengen te luisteren naar dat slechte creatuur met zijn mooie praatjes. Branden in de hel zouden we! En om dát te benadrukken voelden religies zich genoodzaakt om als afschrikwekkend voorbeeld de zwarte schapen uit de diverse kuddes de oren dicht te plakken, de tong uit te rukken, de handen af te hakken en te laten sidderen op de brandstapel.
En die andere serpenten, die verleidelijke duivels in Eva kostuum, zij moesten zichzelf achter alles bedekkende sluiers verstoppen en monddood gemaakt worden achter aanrecht en fornuis. Zo ging dat er nog niet eens zó lang geleden aan toe. Zowel in Oost als in West. Tegenwoordig beschouwt het trotse en arrogante Westen dit als primitief en achterhaald gedrag. En zal ook geen gelegenheid onbenut laten om dát er bij andersdenkenden flink in te peperen. Waarop het Oosten zich natuurlijk gedwongen ziet daar weer een schepje bovenop te doen.
Schande dat jullie jezelf Christenen durven te noemen! Een echte Christen behoort zijn leven te geven voor het heil van de ander. Maar jullie zijn van God en gebod los en daarom zullen wij jullie net zolang koekjes van eigen deeg voorschotelen tot jullie je hoofd buigen en inzien hoe superieur óns godsbesef is.
Wat een bloedgevaarlijk steekspel! En dat alleen vanwege het oude taboe dat verbood om de dialoog met de innerlijke demon aan te gaan. Terwijl juist dát er de oorzaak van is dat het monster van afgunst en haat aan superieure kracht heeft kunnen winnen en ons nu, vanaf beide kanten van de spiegel, met zoveel hautaine minachting aangrijnst.

Ook al zal het gepaard gaan met een periode waarin we ons, met zijn allen, door de zure appel zullen moeten heen zien te bijten: het verschil tussen waarheid en waan móet aan de kaak worden gesteld! Beter een tijdelijke oprisping van een teveel aan zuur dan een plutonische gifcoctail over ons uitgestort te krijgen.
Wat ons daarbij het allerzwaarst op de maag zal vallen, en beslist de nodige oprispingen teweeg zal brengen, wordt het onder ogen zien van die afgrijselijke hoogmoed waarmee de mens nog steeds is behept. Dit  is immers de bron van alle ellende.
Vinden wij niet dat de mens mijlenver verheven is boven alle andere levensvormen op deze aarde en dus geweldig is?
Waar hebben wij het in hemelsnaam over!
Er is toch zeker geen plant of beest dat met een war on terorrism zit opgescheept, omdat ze zichzelf hoger acht dan een soortgenoot.
Verblind door hoogmoed zijn we dus inderdaad geweld-ig! En juist deze blindheid maakt ons zo kortzichtig dat we meestal pas de put beginnen te dempen als het kalf al tijden verdronken is. Het is absolute noodzaak dat mechanisme dit keer voor te zijn!
En daarom gaan we nu een kijkje in de keuken nemen van de jaren dertig.

--------------------

 

 

De ontdekking van de planeet Pluto

 

Vanaf het moment waarop Pluto - in 1930 - werd ontdekt zouden we ons, zowel in positief als in negatief opzicht, bewust beginnen te worden van zijn devices. Dat zou ook broodnodig zijn, want de jaren dertig zou zich ontpoppen tot de meest giftige periode van de vorige eeuw. Het zou de bakermat blijken te worden van het Nazisme en Fascisme.
Nu was de eerste keer dat er dodelijk gifgas gebruikt werd al in 1915, tijdens de 1ste wereldoorlog, bij de slag rond Ieper in België. Pluto was toen nog niet ontdekt, maar voor de geboorte van iedere ontdekking staat een periode die steeds duidelijker bezwangerd raakt van de op handen zijnde doorbraak.
Alhoewel dit soort ontdekkingen misschien wel van de ene op de andere dag lijkt te gaan is niets minder waar. Op verschillende niveaus groeit de behoefte aan een nieuw archetype en uiteindelijk zal deze, op het moment waarop er een passend artefact wordt gevonden,  uitgroeien tot een projectief symbool.
 
Zo werd de planeet Uranus ontdekt ten tijden van de Franse revolutie. Hij staat symbool voor De Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap die gedurende de bloedige periode vóór de revolutie bevochten moest worden op de regenteske houding waarmee de zonnekoningen hun onderdanen onderdrukt hielden.
Uranus is derhalve een planeet die het onconventionele en onverwachte uitdraagt. In zekere zin staat hij voor het omslagpunt waarop vadertje tijd Saturnus - ten gunste van de broodnodige vernieuwing - het oude achter zich laat. De idealistische, vrijheidstrijder Uranus herstelt het geloof in onze vitale levenskracht en heeft dus een geheel andere functie dan Pluto. Die ons juist dwingt tot een confrontatie met de beerput van de onderwereld.
Door ons keihard met de neus op onze zwakke plekken te drukken laat deze planeet ons voelen hoe nietig wij wel niet zijn.  Daarmee raakt hij ons regelrecht in onze allerzwakste plek. Want wij willen helemaal niet ziek, zwak en misselijk zijn, maar groot, sterk en… eigenlijk gelijk de goden!
Nu hebben deze altijd heel wat menselijke zwakheden door de vingers gezien, maar de hele mythologie is vergeven van de voorbeelden waarin de hybris van het gelijk aan de goden te willen zijn altijd onverbiddelijk werd afgestraft. De mens behoort zijn plaats te weten. En terecht, want, ondanks al onze stoere taal, hebben wij nog steeds een dermate primitief en agressief bewustzijn dat de kennis der goden absoluut niet aan mensenhanden toevertrouwd mag worden.
Alle ontdekkingen heeft de mens immers zowel ten goede als ten slechte aangewend. En dat dit de totale mensheid fataal kan worden is – sinds de uitvinding van de atoombom in de tweede wereldoorlog – geen vraag meer maar een absolute zekerheid.
Ook al heeft de moderne mens zoveel kennis vergaard dat we de goden op het spoor zijn; voordat zijn hij behoefte aan macht heeft doorgeprikt en zijn agressiviteit achter zich heeft gelaten zal hij nooit en te nimmer het niveau kunnen bereiken dat hoort bij de volgende bewustzijnsfase.
Toch is dat wel degelijk de noodzakelijke volgende sprong die wij moeten nemen in het evolutieproces. Maar aangezien de natuur wijzer is dan alle mensen bij elkaar, worden we gedwongen eerst de niet misselijke lessen van de keiharde leermeester Pluto onder de knie krijgen.
Twee thema’s staan daarbij centraal: macht/onmacht en materie/antimaterie. Hier worden we natuurlijk niet voor niets mee geconfronteerd. De mens is immers hartstochtelijk op zoek naar het overstijgen van zijn grenzen. Zowel op het gebied van het allerkleinste, als het allergrootste, en dit is precies het terrein waarop Pluto excelleert. Maar ik heb al gezegd, dat hij een leermeester is die de meetlat heel hoog legt en eerst alle rotte plekken verwijderd. Zijn motto is wie niet horen wil moet voelen.
Kennelijk hebben we nog steeds niet goed genoeg geluisterd want, tot op de dag van vandaag, zijn we er niet in geslaagd het vreselijke fascisme uit te roeien waarin alle kwaad in zit samengebald. Integendeel, dit is nog steeds de meest rotte plek, het levensbedreigende kankergezwel, dat het leven op aarde bedreigt.
Het is beslist geen toeval dat beide fenomenen ongeveer gelijktijdig boven kwamen drijven toen Pluto zijn intrede deed.
 
Zoals de Pest hoorde bij de onhygiënische levensstijl van de duistere Middeleeuwen waren Tering en Tuberculose het soort kwijnende ziekenbeelden die vooral voorkwamen ten tijde van de neptuniaanse melancholie der 19de eeuw.
Ieder tijdperk heeft zijn eigen bijbehorende ziektebeelden en de daarbij passende geneeswijzen. Zo werd bijvoorbeeld de planeet Neptunes ontdekt in een periode waarin men hypnose als therapie ging gebruiken. (Neptunes werd ontdekt in 1846)
Bij de aanvang van het plutonische tijdperk betrof het de dodelijke ziekte Kanker.* Echter, het meest dramatisch zou de collectieve besmetting met de schizofrenie van het fascisme blijken te zijn. Als ergens het pijnlijke grensgebied tussen leven en dood, macht en onmacht, uit is gebleken dan toch wel hieruit. Nooit eerder werden we zo duidelijk met de vraag geconfronteerd wie er wel, of niet, mocht leven. Nooit eerder was de drang zo sterk om toch alsjeblieft te mogen horen tot de cel van de grote uitverkorenen. Het is echt niet zo vreemd om te stellen dat de angst voor de gevreesde dodelijke ziekte, die iedereen zomaar kon vellen, een uiting was van nog dieper onderhuids aanwezige angsten die op dat moment de maatschappij zo onzeker maakte. Naast alle onrust raakte de mens gelijktijdig ook steeds meer geobsedeerd door het idee dat hij was voorbeschikt om tot Olympische hoogten op te klimmen.
Sinds de uitvinding van het vliegtuig hadden we het gevoel alsof we zelf vleugels hadden gekregen en in staat waren boven onszelf uit te stijgen. Deze gedachte werd mede gestaafd doordat de wetenschap, in redelijk korte tijd, in staat was een aantal zeer grote kosmische geheimen te ontsluieren. Niet alleen maakte de astronomie een enorme vooruitgang mee. Op het niveau van het allerkleinste leerden we steeds meer over de atomaire en subatomaire wereld. Terwijl op het terrein van de menselijke geest mannen als Freud, Jung en Adler onbekende diepten van de geest blootlegden. Maar misschien kwam de droom gelijk te goden te worden, nog het meest duidelijk tot uiting in het initiatief van Pierrre de Coubertin om de antieke Olympische spelen nieuw leven in te blazen. De wens om ook op lichamelijk gebied de menselijke limiet te trotseren appelleerde aan het mondiale idealisme van verbroedering en resulteerde erin dat - in 1896 te Athene - het vreugdevuur der goden opnieuw ontstoken kon worden. De mens wilde dolgraag zijn kennis verbreden en sinds Jan met de Pet kon beschikken over een fiets, en zijn beter bedeelde broeder over een automobiel, bleek alras dat het leven over de horizon een welkome ontsnapping bood aan de kleinburgerlijke prietpraat rond de dorpspomp.

Toch zat er aan dit alles ook een enorme schaduwzijde. Friederich Nietsche had openlijk verkondigd dat God dood was. Hetgeen een voorzichtige voorbode was van de steeds geringere invloed die God, en de kerken, stilaan op ons leven zouden gaan krijgen. Al zou de eigenlijke schifting van de zuilen pas na het einde van de 2de wereldoorlog duidelijk zichtbaar worden. Er tekende zich ook een nieuw soort religie aan en de priesters van díe kerk resideerden achter grote bureaus in imposante bankgebouwen. Blij dat er eindelijk een kerk was waar je gebed zelfs met rente werd beloond brachten veel overtuigde gelovigen er opgewekt al hun opgespaarde offerwaar naar toe. De paniek sloeg dan ook alom toe toen meteen na de grote beurscrash van 1932 het hele financiële bolwerk in elkaar stortte. De daarop volgende jarenlange depressie bleek zo’n uitputtingsslag te zijn dat de mens hulpeloos op zoek ging naar de volgende strohalm. Een nieuw soort Messias. Eentje die á la minute een nieuwe heilstaat te voorschijn kon toveren. Niet ver weg in dat vage hiernamaals, maar een tastbaar aards paradijs. Exclusief voor een uiterst selecte groep ons soort mensen.

Op zo’n moment wordt er altijd wel iemand door de tijdsgeest naar voren geschoven die voldoet aan het juiste ideaalbeeld. Toch is het een vergissing te denken dat zo iemand in zijn uppie in staat is de macht pakken. Zolang zijn ster rijzend is hoeft hij alleen maar met veel aplomb het oude systeem af te keuren, met zoetgevooisde stem allerlei mooie toekomstbeloften te doen en veelvuldig het toverwoord vernieuwing gebruiken. Door de hele geschiedenis heen blijkt dit voldoende om bij veel toehoorders het verstand op nul te zetten en het nieuwe idool alle benodigde macht toe te werpen. Triest genoeg wordt dit enthousiasme altijd weer opgebracht door mensen die, vroeger of later, tot de ontdekking zullen komen dat strohalmen hangen boven het verstikkende moeras dat in open verbinding staat met de beerput van de onderwereld. En alle waarschuwingen ten spijt, steeds opnieuw blijkt dat als dit mechanisme eenmaal in gang is gezet het nauwelijks meer valt te stoppen. Het is een gewelddadige sneeuwbal die ongelofelijk snel bergafwaarts kan rollen. Vooral in periodes waarin het gevoel van onzekerheid en onveiligheid zo groot wordt dat de mens zichzelf minder dan nietig voelt.
Al vanaf het begin van ons bestaan heeft de mens een Calimero-gedrag ontwikkeld dat gevoed wordt door een immens schuldcomplex. Eerlijk gezegd kunnen wij dat gevoel van onvermogen alleen naar de achtergrond verdringen als alles verder een beetje mee zit. Maar in tijden van rampspoed speelt het des te harder op en O, hoe goedgelovig kunnen wij mensen dan wel niet zijn.
Toch is het begrijpelijk dat als iemand vergaat van de honger hij meteen naar de schaal met aangeboden broodjes zal grijpen. Pas als het te laat is komt hij tot de pijnlijke ontdekking dat hij zijn tanden heeft gezet in een bedorven broodje aap.
Als zoiets gebeurt treedt er vaak een heel wonderlijk mechanisme op. In plaats van zijn buurman te waarschuwen is het slachtoffer heimelijk blij als die er ook intrapt. Dat schijnt beter te verteren te zijn dan het besef dat hijzelf de enige stommeling is. In ieder geval stonden de zaken er in de dertiger jaren zo beroerd voor dat Pluto’s komst ongelofelijk veel onverwerkte prut naar boven kon brengen. En iedereen weet dat de stank van de beerput uiteindelijk een afgrijselijke lijkengeur gaan zou verspreiden en het plutonisch requiem overal te horen zou zijn.

Ten tijden van zijn ontdekking in 1930 stond Pluto op18° Cancer = Kreeft. Het is beslist geen toeval dat dit sterrenbeeld naamdrager van de nieuwe ziekte werd. Kanker is de ziekte die onze cellen aantast en verandert. Het verspreidt zich niet als een olievlek, maar via een a-causal verband. Juist hierdoor valt de ziekte zo moeilijk te bestrijden. Veelal kunnen we dat alleen door een patiënt te bestralen met uiterst krachtig, aan Pluto verwant, materiaal. Waardoor we er niet aan ontkomen ook een groot gebied van de gezonde cellen te vernietigen. Vaak genoeg moet men een patiënt dermate vol spuiten met uiterst giftige stoffen dat middel en kwaal bijkans even afschuwelijk zijn. En dát is nu de meedogenloosheid van Pluto ten voeten uit!
Als het zo uitkomt moet het goede onder het kwade lijden. Hij is nu eenmaal ingehuurd om op megaschaal te opereren en dan telt een celletje meer of minder niet. Hetgeen zowel geldt voor het gevecht op het allerkleinste, als op het allergrootste niveau.
Het slechte in de mens kwam overigens op velerlei vlak vanuit de onderwereld omhoog zetten. Zo was dit in Amerika de glorietijd van de maffia en de drooglegging. Dit werd vooraf gegaan door de ontdekking van aardolie in 1859. Het zwarte goud van de onderwereld zou spoedig gevolgd door door het opdelven van nog meer schatten zoals aardgas en uranium.
Het was van meet af aan duidelijk dat er flink geld mee te verdienen zou zijn. Maar het zouden vooral de ontwikkelingen ná de ontdekking van Pluto zijn die duidelijk maakten tot welke proporties de macht van het grote geld zou uitgroeien.
Waar liefde verdwijnt wordt geld een steeds belangrijker substituut en sinds Pluto’s komst zou het zwarte goud een steeds belangrijker functie krijgen als hét smeermiddel bij uitstek waarmee de mens mondiale macht zou weten af te dwingen.
Tot welke afschuwelijke uitwassen dit zou leiden en vooral naar het waarom ervan, zullen we nu aan de hand van de toenmalige sterrenstand gaan bekijken.

Kreeft is het teken dat van oudsher aan de heerschappij van de Maan wordt toegeschreven. Na ik ben, heb en communiceer komen de emoties aan de beurt. Logisch, want iemand hoeft zijn mond maar open te doen, of hij roept direct allerlei gevoelens op. Het is immers door de emotionele gewaarwording dat de mens zich zijn eigen behoeften en kwetsbaarheid realiseert.
De Maan is de natuurlijke beschermvrouwe waarbij we kunnen uithuilen en ons een tijdje achter verschuilen als het leven te moeilijk wordt.
 
Ik heb al eerder opgemerkt dat de Zon staat voor het lekker in je vel zitten en fier op jezelf staan, terwijl de Maan het omarmende principe van de moeder vertegenwoordigt.
Al worden we nog zo oud, iedereen weet hoe heerlijk het is om de armen van je moedertje om je heen te voelen en haar lieve glimlach te zien. We weten ook dat geen mensenkind het eigenlijk zonder haar liefde kan stellen. Haar aanwezigheid is een allereerste levensvereiste en als hier onverhoopt inbreuk op wordt gemaakt kan dat leed levenslang meegedragen worden. De eerste jaren gedijt een kindje het allerbeste in een harmonische en veilige omgeving. Maar gegarandeerd breekt daarna het moment aan waarop het nieuwsgierige kind meer van de wereld wil ontdekken en dan heeft hij ook een ander archetype nodig dat hem daarbij behulpzaam kan zijn.
Althans zo was dat vroeger. Toen de rollen van vader en moeder nog strikt gescheiden waren. Indertijd was het de taak van de vader de strenge, doch liefdevolle opvoeder te zijn. De man die het kind klaarstoomde voor het maatschappelijk geweld waar het rond zijn 21ste tegen opgewassen moest zijn. De afsluiting van de opvoeding was meestal de periode waarin de jongeling zijn dienstplicht moest vervullen. Het collectieve initiatieritueel waarin hij moest bewijzen zijn mannelijkheid waardig te zijn.
Voor meisjes lag dit veel diffuser. Deze werden helemaal niet klaargestoomd voor het leven buitenshuis. Zij werkten aan hun uitzet en leerden hoe het huishouden reilde en zeilde. Tegenwoordig is die rolverdeling helemaal opengebroken en zijn beide ouders in staat om, als het zo uitkomt, elkaars rol over te nemen. Zelfs helemaal in hun eentje de ouderlijke taak op zich te nemen.
Daarom neemt men tegenwoordig ook, bij het behandelen van de horoscoop van een vrouw, gewoon de Zon als middelpunt, terwijl die vroeger een stuk minder belangrijk werd geacht als haar Maan. Er is dus heel wat veranderd.
Eigenlijk heeft Pluto hierbij een sleutelrol vervuld, want tijdens de periode van de 2de wereldoorlog werd er juist op het gebied van de veilige thuishaven zoveel overhoop geschud, dat vanaf dát moment de rolverdeling noodgedwongen begon te veranderen.  
Werden vroeger de tekens Steenbok en Kreeft, en de bijbehorende huizen, uitsluitend aan de vader (10de huis) of de moeder (4de huis) toegeschreven, tegenwoordig wordt er steeds meer een mengvorming toegepast. Een vrouw kan immers ook een topfunctie bereiken en een man kán kiezen voor een bestaan als huisman.
Wat blijft is het gegeven dat de mannelijke Steenbok nog altijd het teken is waarin alles wordt gesymboliseerd dat van maatschappelijk belang is. Met uiteraard het MC (carrièrepunt) als absoluut hoogtepunt. Terwijl het tegenoverliggende punt het IC de wereld van het vrouwelijke, de baarmoeder, het verborgene, het nog onbewuste vertegenwoordigt.
Hoe dan ook, beide tekens beogen het geven en waarborgen van de noodzakelijke, structurele veiligheid. Met uiteraard het verschil dat Kreeft en Maan meer het persoonlijke belang vertegenwoordigen, terwijl Steenbok en zijn heerser Saturnus het persoonlijke in een groter - collectief - verband plaatsen en hierdoor een veel grotere reikwijdte bestrijken.
Waar Maan/Kreeft huis, tuin en keuken onder hun hoede hebben genomen, wordt door het alles afbakende en begrenzende Saturnus/Steenbok principe vooral alles gereguleerd dat staat en vaderland betreft.
De bescherming van stad en land vereist niet alleen een gedisciplineerd leger en politieapparaat, maar ook een overkoepelend politiek bolwerk dat garant staat voor het functioneren van de staat. Bij dit principe vinden we dus alles wat valt onder de rechtsorde met zijn wetten en uitvoerende dienaren. Zo ook het militairisme, het notariaat en de geschiedschrijving. Eigenlijk alles waarbij de mens leiding en structuur vandaan kan halen. 
Bovenaan de maatschappelijke ladder zijn dat natuurlijk de koning(in) of president. Daarna volgen de politici en de kerkelijke gezagsdragers en zo waaiert het gezag zich, via een toplaag van intellectuelen, businesstycoons en kunstenaars, steeds wijder uit.
Hoewel dit principe zich dus voornamelijk richt op het collectieve belang van de samenleving is het evident dat de kern wordt gevormd door de persoonlijke inbreng van het vaderlijke principe.

Ten tijde van de ontdekking van Pluto stond Saturnus erg sterk. Eens in de zoveel tijd bezoekt een rondtrekkende (transiterende) planeet zijn eigen teken. Dat was ten tijde van de ontdekking van Pluto ook het geval. Dit is altijd een periode waarin zowel de kracht, als wel de beperkende zwakheid die de planeet vertegenwoordigt, sterk zichtbaar zijn. Dat gold natuurlijk ook voor de transit die plaats vond in de dertiger jaren. Dat was een onrustige periode waarin, geheel en al in harmonie met het toen ook roerige plutonische principe, de onderste steen boven zou komen.

Bij de oppositie van 1931 stond Pluto in Kreeft en Saturnus in zijn eigen teken Steenbok. De oppositie tussen Pluto en Saturnus van 2002/2002 werkte uit op de as Tweelingen/Boogschutter. 
Ten aanvang van de crisis van 2008 komt Pluto het teken Steenbok binnen. Waardoor wederom een langdurige verbinding tussen beide planeten tot stand komt

Hoewel zowel Kreeft als Steenbok het waarborgen van veiligheid en structuur als belangrijkste taak hebben, zou geheel volgens de wetten van de archetypes, de komst van Pluto juist een periode van vreselijke onveiligheid inluiden.
Aangezien alles klein begint begon het gemor rond de huiselijke haard. De steeds sterker toenemende armoe en bijbehorende depressie riepen veel onheil af. De spruitjeslucht van de gaarkeukens was bepaald niet inspirerend te noemen. Om maar helemaal niet te spreken van het uitzichtloze rondkomen met te weinig middelen. Het ophouden van je hand bij de bedeling werd terecht ervaren als een diepe vernedering. Niet vreemd dus dat er onder grote delen van de bevolking veel gevoelens van ongenoegen, angst en wanhoop circuleerden.
De 1ste wereldoorlog had een spoor van ellende achtergelaten en het percentage zelfmoorden en drankzuchtigen was bovengemiddeld. Maar wat kon men doen om het tij te keren?
De komst van het communisme, waarop menig arbeider zijn hoop had gevestigd, bleek allerminst de gewenste bevrijding op te leveren. En het was dat men nog niet zo goed dorst te protesteren, maar ook de woorden van mijnheer pastoor en de dominee werden meer gevreesd dan voor heilzaam gehouden.
Edoch! Een mens gooit nu eenmaal niet gauw oude schoenen weg voordat hij nieuwe heeft en de angst voor hel en verdoemenis zat er nog steeds diep in.
Toch werd Jan met de pet, ondanks alle wanhoop, steeds mondiger. De arbeiders gingen zich steeds beter organiseren en kregen zelfs politieke zeggingskracht. Min of meer gelijktijdig verwierven ook vrouwen het kiesrecht. Kortom, hoewel op veel punten de maatschappij behoorlijk verkrampt en verstard in elkaar zat kwam de wereld tegelijkertijd in beweging en niet zo'n beetje ook.
In feite begon ná de ontdekking van Uranus de wereldorde steeds sneller te veranderen. Na de eerste vonk van de Franse revolutie werd het bevrijdingsvuur nooit meer helemaal uitgedoofd. De roep om vernieuwing en vooral om gelijkheid en broederschap leek misschien wat naar de achtergrond verschoven, maar via de industriële revolutie ging het verzet gestaag door. Steeds minder voelde een arbeider zich verplicht om nog langer voor een hongerloontje slavenarbeid te moeten verrichten in de mijn, of geestdodend werk te doen in de fabriek. Al helemaal niet toen duidelijk werd dat de vrijheden, en toenemende luxe, van de elite er nauwelijks meer dichterbij door kwamen. Het was ook te wrang voor woorden om je hele leven lang in bedompte ruimtes te moeten sleutelen aan dure automobiels, terwijl je daar zelf nooit een ritje in zou kunnen maken.
Het gemor van de dubbeltjes, die altijd braaf het verhaaltje hadden geslikt dat ze nooit kwartjes zouden worden, weerklonk steeds luider. Feitelijk was het wachten alleen nog op een krachtige leider die de lont in het kruidvat zou durven steken.
Dat deze zou opstaan in het Duitsland van na de 1ste wereldoorlog is niet meer dan een logisch gevolg op de extreem zware sancties die het land, na het verliezen van de 1ste wereldoorlog, door de alliantie opgelegd kreeg. Het trotse en militair gedrilde Duitse volk had zich tot op de bodem van zijn ziel vernederd gevoeld. Logisch dat de jarenlange schrijnende armoede de smeekbede versterkte om zo snel mogelijk door superman bevrijd te worden.
Toen Hitler’s ster begon te rijzen viel hij in een gespreid bedje. Men wilde maar al te graag geloven dat eindelijk, eindelijk de nieuwe Messias was opgestaan. De man had ook een dijk van een binnenkomer. Eentje waarmee hij in één klap de sympathie van het volk mee wist te winnen. Hij kon dan wel niet ieder individu meteen de zo begeerde droom-automobiel beloven. Bovendien zou niemand daarmee uit de voeten kunnen in een land dat nauwelijks over een goed wegennet beschikte. Maar als iedereen nou eerst eens dáár de schouders onder zou willen zetten; dan zou het gegarandeerd met die auto’s vanzelf ook wel goed komen.
Dit bleek precies de juiste injectie waarmee de collectieve depressie kon worden doorbroken. Het hart der natie begon weer vol te stromen met verwachtingsvolle spanning. Nog maar heel even en dan zou de Olympische godenstatus toch echt nabij zijn. Er moesten alleen nog een paar kleine opruimklusjes worden verricht. Maar ach, het was een kniesoor die daar moeilijk over zou doen!
Dat Hitler ervan droomde grotere daden te verrichten dan Napoleon, of Attila de Hun, en meer wilde dan wereldlijke macht alleen - namelijk het brengen tot de uitverkoren Godheid van de nieuwe tijd - was in het begin nog niet zo duidelijk, maar vanaf het moment waarop hij er zeker van was dat zijn plannen draagkracht genoeg hadden, kon niemand meer om zijn megalomane grootheidsdrang heen.
En O, hoe anders klinkt het opeens als we dat aardige en vertrouwde woordje superman vertalen in dat afschuwelijke übermensch!

======

 

* Natuurlijk was het, de afgelopen tijd, verleidelijk mee te liften op de aandacht voor de 10de sterfdag van Pim Fortuyn.
Maar dat kon ik echt niet maken.Voordat de lezer bij Fortuyn aankomt  moet hij wel eerst de voorafgaande hoofdstukken hebben gelezen. Daarin staat astrologische informatie die nodig is om van zijn horoscoop te kunnen genieten.

** Aangezien dit niet het eerste hoofdstuk is komen er woorden en begrippen voor die al eerder zijn behandeld en daarom mogelijk een beetje vreemd overkomen. Zoals cellen, de draak met de vele koppen en het plutonisch requiem.
Tip: het beste is er gewoon overheen lezen.

*** De ziekte AIDS brak door rond 1984. 
Pluto begon toen net  aan zijn transit door zijn eigen teken Schorpioen. Het teken dat alles met leven, dood en seksualiteit te maken heeft. Wel, het is iedereen bekend zijn hoe dramatisch zijn invloed op die tijd was.

 

 

   

  Terug naar de index van de zucht van Verlichting

 

 

© - Panda Gielen 

dolceVitas