Hoofdstuk
3
Nine-eleven
De ontdekking van de planeet Pluto en het interbellum
Juni 2002
Na
alles wat we in het vorige hoofdstuk over Wim Kok hebben
besproken zou het heel verleidelijk zijn om nu meteen verder te
gaan met de opgang en ondergang van het fenomeen Pim Fortuyn.*
De
kater over de gruwelijke moord op 6 mei 2002 zal nog jaren
voelbaar zijn. Al was het alleen maar omdat de uitslag van de
verkiezingen op 15 mei 2002 beschouwd mag worden als een
levend monument ter zijner nagedachtenis.
Fortuyn
was iemand met een hele sterke Pluto/Saturnus verbinding in zijn
horoscoop en het is beslist interessant om straks te laten zien hoezeer de actuele oppositie tussen beide planeten
hem eerst heeft geïnspireerd, en op het paard geholpen, om hem
vervolgens fataal te worden. De
kosmos verspeelt geen enkele druppel energie en ik ben er van overtuigd dat als iemands aardse taak er op zit het
ogenblikkelijk over-eind-en-sluiten is. Er valt veel
te vertellen en wellicht kan dit ook een zekere mate van troost
bieden aan hen die na zijn overlijden met de grote waarom
vraag zijn blijven zitten..Willen we echter een duidelijk beeld
krijgen over de afgelopen periode moeten we toch echt eerst ons licht laten schijnen over de periode rond de
ontdekking van Pluto in 1930 en de vreselijke 1ste Saturnus/Pluto
oppositie van 1932. Niet alleen was dit het jaar van de grote
beurs-crash in Amerika; het was bovenal de periode waarin het
Nazisme en Fascisme aan hun opruk begonnen.
Het
lijkt me daarom wenselijk eerst de overeenkomsten en verschillen
tussen toen en nu te onderzoeken.
Maar eerst wil ik kijken naar
de consequenties van de aanslagen op nine-elven.
Volgens mij zou de triomftocht van Fortuyn nooit tot zo’n
overweldigend protest tegen de gevestigde orde zijn uitgegroeid
als die elfde September een doodgewone dag zonder meer had mogen
zijn. Wie
kan ontkennen dat de aanslag op de Twintowers het
cruciale omslagpunt was in de recente geschiedenis? Dit was
de dag waarop niet alleen het machtige fallussymbool van de
Amerikaanse welvaartsstaat, maar het basale veiligheidsgevoel
van ieder mens in de vrije westerse wereld ineenstortte. Deze
catastrofe kon ons allemaal tot in onze diepste kern raken,
omdat iedereen intuïtief aanvoelde dat dit het begin inluidde
van een tijdperk waarin de roep om veiligheid groter zal zijn dan voorlopig
gewaarborgd kan worden.
Aangezien de mens gewend is te leven binnen de beperkingen van de
dualiteit beseffen wij terdege dat wij de dingen nooit helemaal
naar onze hand kunnen zetten. Uiteindelijk is ons altijd
ingepeperd dat de wereld geen aards paradijs is. Het heeft ook
nooit in de bedoeling gelegen dát er van te maken, want daar
hadden we toch zeker het hiernamaals voor!
Als
makke schapen hebben we ons dit altijd aan laten praten en
daarom nemen we nog steeds een zekere mate van onvrede voor lief
en vinden we het de gewoonste zaak ter wereld dat de mens altijd
wat te
kankeren heeft. Zolang
de weegschaal meer welvaart en welbehagen aangeeft dan onvrede
en onrust, kunnen we zelfs laks zijn met zoeken naar
daadwerkelijke oplossingen en hebben wij nogal eens de neiging
problemen gemakshalve van ons af te schuiven. Het liefst een
paar celletjes** verderop, waar andere dan ons soort mensen vast
wel een oplossing weten. En zo niet; ach,
dan is dat toch hun pakkie an!
Alleen
raakte, op die elfde September, het ijkpunt van de weegschaal
niet alleen ontwricht, het raakte zelfs zoek. En sindsdien zijn
we behoorlijk de kluts kwijt. Al stoppen we dat beklemmende
gevoel het liefst zover mogelijk weg. We
zitten weer in vliegtuigen, durven weer te dineren in chique
restaurants, op de bovenste verdieping van een wolkenkrabber, en
maken weer achteloos onze postpakketjes open. Alles lijkt
verdacht veel op het oude, vertrouwde bestaan van weleer. Europa
durft zelfs weer een beetje opgelucht adem te halen. De
bedreiging was toch zeker ook niet direct tegen haar gericht,
maar tegen die arrogante supercel aan de overkant van de grote
plas. Helaas,
schijn bedriegt!
Al
doen we nog zo stoer, diep in ons hart weten we dondersgoed dat
wij collectief bezig zijn met een rituele bezweringsdans aan de
rand van een op uitbarsten staande vulkaan. Veel
van de formules die we daarbij gebruiken worden dagelijks via
krant en buis over ons uitgestort. Want sinds dat bewuste uur U
hebben we ons niet aflatend bezig gehouden met het in kaart
brengen en analyseren van alle gebeurtenissen. Voornamelijk
worden deze gekenschetst als een politieke, culturele en vooral
economische aantasting van onze normen en waarden. Het is
ontegenzeggelijk waar dat op al die niveaus een enorme deuk is
geslagen in ons, vaak bijna naïef te noemen, vertrouwen in het
redelijk verstand der mensheid. Maar, de werkelijke aardschok,
de huiveringwekkende beving, die ons tot in het diepst van onze
kern raakt, is van religieuze aard.
Daarmee
doel ik niet op de gebruikelijke schermutselingen tussen de
verschillende religieuze opvattingen. De meeste godsdiensten
zijn door de scheiding van kerk en staat dermate gepacificeerd
dat ze als instituut redelijk onder controle zijn te houden. Ook
onderling groeit de behoefte naar een oecumenisch samengaan en
tegenwoordig kan er gelukkig openlijk gediscussieerd worden over
oude verschilpunten en dogma’s. Hierop vormt de Islam een
uitzondering en daardoor kunnen zich binnen deze vorm van
religie krachten ontwikkelen die niet, of nauwelijks niet,
gekanaliseerd kunnen worden. Deze gaan ook meteen een stuk
dieper dan het religieuze gevoel van de gemiddelde gelovige. En
wel tot op een, in het westen, bijna geheel en al vergeten
niveau. Dat van de gepassioneerde martelaar die zijn leven
opgeeft in het vertrouwen dat dit hem het directe contact met
zijn godheid en diens paradijselijke nabijheid oplevert.
Deze
daad van de moderne martelaar is altijd ontwrichtend voor de
samenleving; daar hij op zijn moment suprème lijkt te
ontstijgen aan de begrenzing van elke dualiteit. Deze vergaande
staat van geweten’loos’heid maakt hem volkomen ongrijpbaar
en hierdoor is zo’n rebel in staat tot dé perfecte aanslag.
Want - al naar gelang de zwaarte van zijn daad - zullen de
aangetaste cellen als opgeblazen luchtballonnetjes worden leeg
geprikt.
Op
dit moment doet zich natuurlijk de legitieme vraag voor in
hoeverre zo’n daad ook werkelijk religieus is te noemen?
Religie is het ijkpunt waar alle liefde/haat verhoudingen
samen komen om vervolgens gefilterd te worden door de zeef van
goed en kwaad.
En wat een rotsooi zit er wel niet in díe zeef!
Zoals daar zijn, de vele door waanbeelden aangetaste
religieuze despoten, valse profeten en martelaars. Deze
zijn altijd te herkennen aan de nietsontziende machtswellust
waarmee zij menen hun waarheid te moeten bekrachtigen. Daarbij
een gruwelijk spoor van dood en verderf achterlatend. Overigens
is dat hét bewijs dat zij slechts onderhevig waren aan pseudo-religieuze bevliegingen. Tijdens de echte religieuze beleving
versmelt de mens met zijn goddelijke kern en transformeert hij
zijn, door agressie gevoede, overlevingsdrang. Dit is het moment
waarop hij opgaat in een alles overstijgende liefde voor - en
met - álles dat leeft; terwijl de vermeende religieuze daad van
de pseudo-martelaar juist een explosie van haat en geweld
veroorzaakt. Dat
kan ook niet anders, want deze misleide geest brengt zijn z.g. offer ten dienste een opgeblazen ego.
Kortom,
de gehersenspoelde fanatiekeling die zijn eigen sprookje voor
waarheid houdt zal nooit gedreven worden uit menslievendheid,
maar uit diepe frustratie en materieel eigenbelang. Zijn daad
zal altijd de oerangst binnen de bedreigde cellen polariseren en
aanzetten tot nog meer frustratie en haat. Tot nog meer
geldingsdrang en - meer nog dan voordien - compenserende
verlangens aanwakkeren naar de verwezenlijking van de droom een
onkwetsbare superman te zijn.
Het
geheim van dit uiterst effectieve wapen zit in de misleide
martelaar, die er zelf van overtuigd is dat híj de grote
uitverkorene is die met zijn heilige missie de wereld moet
redden.
Deze superman behoefte is gebaseerd op het minder/meerderwaardigheidscomplex
waarmee menig gefrustreerde ziel is behept. Veelal leidt dit tot
een zekere apathie en het juist niet kunnen verwezenlijken van
grote dromen. Maar als de apathie kan worden omgebogen door er
een Messiaanse glans aan te verlenen krijgt zo iemand de
vleugels die hem over bergen heen tillen. Dan wórdt hij ook
even de superman van zijn kinderdromen. De kleine David die de
reus Goliath versloeg. En dan kan die voorheen kleine en
machteloze mens met minimale middelen zo’n maximum aan effect
scoren dat hij schier onverslaanbaar is.
Het
krachtvoer dat deze lieden tot zich neemt bestaat alleen niet
uit wonderspinazie, maar onvervalste haat. Kennelijk een dieet
waarop menig aspirant-martelaar het jaren in het geniep kan
uithouden.
Is
het niet beangstigend dat iemands goede buur, of vrind misschien
wel met nooit bevroede plannen rondloopt die op een kwade dag
alle krantenkoppen zullen halen? Tijdens
de incubatieperiode tussen plan en daad kunnen blijkbaar jaren
zitten waarin de aspirant-martelaar een schijnbaar doodgewoon
bestaan leidt en soms zelfs emotionele bindingen aangaat.
Voor
de gewone mens is zoiets nauwelijks te bevatten. Daar dit gedrag
getuigt van de volhardende overgave aan een godsdienstig ideaal
dat bij ons alleen nog vage herinneringen oproept aan de eerste
christenen die zich vanwege hun overtuiging nog voor de leeuwen
lieten werpen.
En
hier, lieve mensen, wordt ons een mega grote
lachspiegel voorgehouden. Wij
hebben onze cultuur gebouwd op een man die 2000 jaar
geleden aan het kruis stierf voor zijn ideaal! Voeren zelfs
zijn naam en zijn trots op onze christelijke cultuur. Maar wat
is er na 2000 jaar eigenlijk terechtgekomen van zijn oproep
elkaar lief te hebben als onszelf en elkaars broeders hoeder te
zijn? Wel,
wij hoeden slechts diegenen die tot onze directe cel behoren en zijn
verder alleen bereid tijdelijke allianties aan te gaan
met andere cellen, die voor zo lang als het duurt, van belang
kunnen zijn voor de eigen welvaart en veiligheid. Wij
zijn verharde egoïsten geworden en het trieste is dat, ondanks
alle welvaart en rijkdom, deze houding ons nauwelijks echt welbehagen
heeft geschonken. Diep van binnen zijn wij zelfs bang om onze
zwakkere schakels zodanig te versterken dat ze op een aan ons gelijkwaardig niveau kunnen komen. Wij
zijn immers veelte benauwd dat wij daarmee ons eigen graf
delven. Wie zit nu te wachten op een koekoeksjong in eigen nest?
Niemand toch! Maar de diep tragische waarheid is dat de actuele
stand van zaken beslist iets lachwekkends heeft, omdat uitgerekend de blinde vlek op ons eigen superioriteitscomplex
het koekoeksjong is dat al tijden bezig is ons nest, pardon cel,
van binnenuit te ontwrichten.
Ja,
daar worden we even stil van, nietwaar! Want
ik heb het nu niet alleen over de grote, collectieve cellen
zoals de verlichte westerse wereld versus de duistere
Islam. Ik heb het over u en mijzelf. Over de schaduw die in
ieder van onszelf verscholen zit. Over onze eigen
verantwoordelijkheid om naar binnen te durven kijken en daar ons
eigen verdrongen supermannetje te ontmoeten.
Ja,
ook al hoort u het nu tot diep in Keulen donderen, en ontkennen
we dit nog zo hard, dat mannetje zit heel diep weggescholen in
de kern van ons allemaal. En daarom zit er maar één ding op: verbeter
de wereld en begin vóóral bij jezelf. En snel ook! Maar
doe dat alsjeblieft níet door verwoed in dat koekoeksjong te
gaan zitten prikken en hem overboord te zwiepen. Dit jong is een
van de vermommingen van onze draak met de zeven koppen en moet
op een totaal andere wijze onschadelijk worden gemaakt. We
doen er wijs aan eerst de patronen te herkennen waarmee hij zijn
pad baant door ons bestaan en te inspecteren waar hij momenteel
mee bezig is. Want of we hem nu als draak, superman, of
koekoeksjong betitelen, het blijft een instrument in Pluto’s
handen. Liever gezegd een device om via de harde leerschool
wakker te worden en onszelf te transformeren. Er
is dus werk aan de winkel!
Om
te beginnen zullen we het schokeffect van de lachspiegel moeten
neutraliseren. Want zolang we niet goed durven kijken naar
hetgeen ons daarin aanstaart blijven we vleugellam geslagen
zielenpieten.
Een
begrip dat ik tot nu aan toe niet heb gebruikt is dat van de
ouderwetse duivel. We hebben de laatste tijd ons mond vol over
het zaaien van haat en het demoniseren van mensen. Over
terrorisme en duivelse praktijken en het uitbannen daarvan.
Ik
ben ervan overtuigd dat als Bush spreekt over The war on
terrorism en The axis of evil hij daarbij
denkt in termen als goed versus kwaad, waarbij hij ongetwijfeld
Bin Laden en Sadam Hoessein als personificaties van de duivel
voor ogen heeft. Bijna iedereen denkt immers nog op deze
oudchristelijke wijze. Maar, daarmee houdt men de dualiteit in
stand die ons fataal aan het worden is. Waar
Christus ons toe opriep was juist het ontstijgen van die
dualiteit. Hij voorzag waartoe deze zou leiden, want dat is nu
eenmaal het privilege van de verlichte geest, die een hogere
dimensie van het bewustzijn heeft mogen ervaren.
Echter,
het is de tragiek van iedere verlichte geest dat hij spreekt tot
een gehoor dat de ervaring niet zelf heeft gehad. Daarom is het het lot
van iedere volgeling dat zij, ondanks hun oprechte en
idealistische bedoelingen, veroordeeld zijn tot een vertaling
van de oorspronkelijke boodschap naar hun eigen – lagere -
niveau.
De
volgeling wil wel, en heeft beslist de allerbeste bedoelingen,
maar spreekt vanuit een totaal andere wereld. Hij heeft dus wel
de klok horen luiden, maar kán niet weten waar de klepel hangt.
En dat is er de oorzaak van waarom een volgeling nooit de
werkelijke vernieuwing kan bewerkstelligen die de verlichte
geest voor ogen had. Dit houdt onvermijdelijk in dat het
gepassioneerde elan van het prille begin al heel spoedig zal
moeten verzanden in dogmatische verstarring. Hetgeen natuurlijk
de dualiteit alleen nog maar meer versterkt en de verschillen
tussen de cellen met ons soort mensen nog meer
aanscherpt.
Zo
is het in ieder geval tot nu aan toe altijd gegaan. Al staat er wat te veranderen!
We
staan op de drempel van een nieuwe bewustzijnssprong en deze
zal niet exclusief zijn voorbehouden aan die ene zeldzaam,
heldere geest. Wij zullen die sprong met zijn állen moeten
nemen. Daarom moeten we de handen ineen slaan en het monster in
de spiegel transformeren tot een gezellig schoothondje. Want
weet wel dat wij, op onze beurt, het monster zijn dat de ander
tegemoet grijnst vanaf de achterkant van diezelfde spiegel.
Zo
gaat dat dus over en weer en daar moet hoognodig verandering in
komen. Alleen zal dat nooit gebeuren zolang we goed
tegenover kwaad blijven zetten en West tegenover Oost. Deze
verdeeldheid heeft ons alleen met de verdringing en
frustratie opgezadeld welke de mensheid van de regen in de drup
heeft geholpen. Met
andere woorden, we zouden er beter aan doen het oude archetype
van de duivel met pensioen te sturen en de functie van Pluto
en zijn bruid eens nader te bestuderen.
De
uitvinding van de duivel was een hulpmiddel waarmee de mens op
een eenvoudige manier kon leren het kaf van het koren te
onderscheiden. Dat was broodnodig in een periode waarin nog
uitsluitend werd gedacht in zwart/wit beelden. Alles werd
eenvoudigweg gekenschetst door goed, óf kwaad. Maar de
geavanceerde mens van nu heeft, veel meer dan voorheen het geval
was, behoefte aan het leren determineren en hanteren van
oneindig veel ingewikkelder structuren en paradoxen. Wat op het
ene niveau goed is kan op een ander het tegendeel zijn. Als
we daar niet stapelgek van willen worden zal er een veel grotere
behendigheid nodig zijn om te leren dansen op al die
verschillende niveaus. Het gaat dus in veel opzichten niet
langer om het oude vertrouwde óf/óf denken. Het is veelal
én/én.
Dit
vereist nieuwe richtlijnen en handvatten. Kortom, archetypen die
ons daarbij behulpzaam kunnen zijn. Zij kunnen ons de weg wijzen hoe we
eerst mondiale verschillen kunnen transformeren. Dat is het verschil met de vroegere duivel.
Die transformeerde helemaal niks. Louteren kon men slechts in
het hellevuur, maar dat we daar geen greintje beter door zijn
geworden zien we dagelijks aan de toenemende gewelddadigheid om
ons heen. Als
iets het ontstaan van celdeling in de hand heeft gewerkt is het
wel de uitvinding van de duivel. In feite zou je kunnen stellen
dat dit zijn grote meesterwerk is geweest. Het
archetypisch paar Pluto/Persephone bieden wel een uitweg. Zij roepen op tot de transformatie van achterhaalde
waarden en normen. Maar
aangezien het of/of denken zo fundamenteel diep zit, dat er tot
op heden nog nauwelijks ruimte kon worden gecreëerd voor een
nieuwe zienswijze, kunnen zij niet anders dan zich via een
uiterst heftige en indringende manier aan ons kenbaar maken.
Zijn
zij dan de nieuwe goden waaraan wij ons moeten onderwerpen?
Absoluut niet!
Nogmaals,
zowel god als duivel zijn archetypische beelden die wij tot onze
beschikking kregen om vorm te geven aan het eminente, het
goddelijke dat onnoembaar is en van alle tijden. Het
benoembare is wel degelijk onderhevig aan de slijtageslag die
hoort bij de opeenvolging van de diverse culturen en hun
begeleidende godsdiensten. Dit
zijn producten van onze menselijke geest en als zodanig waren
het tot voor kort ook bruikbare hulpmiddelen. Momenteel
veranderen de tijden echter razendsnel en wordt steeds
duidelijker, en dit is een zeer belangrijke paradox, dat juist
het geloof in onze goden het contact met het werkelijke
goddelijke – de alles overstijgende liefde – in de weg
staat.
Dit fenomeen zal namelijk nooit, door welke
negativiteit dan ook, ontkracht kunnen worden, omdat het een
volledig op zichzelf staande grootheid is. Het
goede - de universele liefde - heeft namelijk voor zijn
bestaansrecht het slechte niet nodig, maar omgekeerd kan slecht
niet bestaan zonder de aanwezigheid van goed. Het goede kan het
daarom zonder beeldvorming stellen, terwijl het slechte juist
gevoed wordt door een ziekmakende opeenstapeling van beelden die
onze hebberigheid opwekken.
Zo,
denk daar straks voor het slapen gaan nog maar eens over na!
Want dit impliceert nogal wat. Hier zit namelijk zowel de hele
christelijke, als ook de islamitische en boeddhistische boodschap
in verpakt. Namelijk dat het goede alom en dus overal in
aanwezig is, terwijl de afsplitsing ervan – datgene wat de
mens als het slechte ervaart – niet alleen alle celdeling
heeft veroorzaakt, maar ook in stand houdt. Nog wel in
toenemende mate!
Toch
moeten we niet te hard oordelen over ons verleden, want tot nu
aan toe had de mens geen andere oplossing voorhanden dan zijn
zwakheden uit te bannen door er zoveel mogelijk proberen tegen
te vechten, te negeren, of verdringen. Vroeger lag er immers
nog geen andere weg open dan alle problematiek een paar
celletjes verder weg te schuiven en er aldoende een paar extra bij
te maken. Wat
wij deden was het naar buiten projecteren van alle negativiteit
en daar zijn we net zolang mee door gesukkeld, tot het slechte
ons nu levensgroot met een hautaine grijns op zijn smoel vanuit
de lachspiegel aankijkt.
Zie
je het nog steeds niet,
wordt ons toegeschreeuwd. Moet ik mezelf soms nog beter laten
zien? Het kan hoor! Maar weet wel dat het gelach hard, steeds
harder zal zijn. En wil je dat je kinderen aan doen, terwijl er
zo’n eenvoudige oplossing voor alles is? Het enige wat nodig
is is om het beste van jezelf te delen met dat zogenaamde
koekoeksjong. Dan zal hij als vanzelf in elkaar schrompelen en
voortaan je beste maatje zijn.
Ik
weet dat dit ontzettend simpel klinkt en het lijkt ook verdacht
veel op de onnavolgbare boodschap van 2000 jaar geleden, maar er
is wel degelijk iets nieuws onder de zon.
Aan
het begin van het christendom was de tijd eenvoudigweg nog niet
rijp om deze boodschap na te leven. Men kon toen nog alleen
roeien met riemen van een lager niveau, daar het archetype van
de Christus zijn tijd ver vooruit was. Daarom
lijkt er nu ook zo ontzettend veel mis te zijn gegaan en zitten
we met de handen in het haar, omdat onze problemen dermate diep
zitten dat ze schier onoplosbaar lijken. Toch
ligt de mensheid, mijns inziens, nog steeds op schema in het grote kosmische
plan.
Alleen
is het nu wel de hoogste tijd om ogen te ontwikkelen waarmee we
in het duister leren schouwen. Leren ónder de beeldvorming door
te gaan, opdat we meer vertrouwd kunnen raken met dat grote
plan, want we staan wel voor een kritische fase, zo u wilt een
schifting in het evolutieproces. Het
wordt echt erop of eronder en dàt besef zal de aanloop voor de
grote sprong worden. Dit is overigens minder moeilijk dan het
lijkt. Om ons de inzichten en het vertrouwen te schenken
waardoor we haar ook kúnnen maken, geven Pluto en Persephone
steeds meer van zichzelf bloot. Zij kondigen hun prikacties
zelfs lang van tevoren aan en geven ons niet mistenverstane
waarschuwingen. Die we nota bene zelfs aan de hand van de
kalender kunnen volgen. Mijn liefje, wat willen we eigenlijk nog
meer. Zoveel bereidwillige hulp gaf die ouwe duvel toch echt
niet! Kon
hij ook niet, want de mens werd uitsluitend aangemoedigd om een
dialoog met de godheid aan te gaan. Men moest zich vooral niet
in de verleiding laten brengen te luisteren naar dat slechte
creatuur met zijn mooie praatjes. Branden in de hel zouden we!
En om dát te benadrukken voelden religies zich genoodzaakt om
als afschrikwekkend voorbeeld de zwarte schapen uit de diverse
kuddes de oren dicht te plakken, de tong uit te rukken, de
handen af te hakken en te laten sidderen op de brandstapel.
En die andere serpenten, die verleidelijke duivels in Eva
kostuum, zij moesten zichzelf achter alles bedekkende sluiers
verstoppen en monddood gemaakt worden achter aanrecht en
fornuis. Zo ging dat er nog niet eens zó lang geleden aan toe.
Zowel in Oost als in West. Tegenwoordig beschouwt het trotse en
arrogante Westen dit als primitief en achterhaald gedrag. En zal ook geen gelegenheid onbenut laten om dát er bij
andersdenkenden flink in te peperen. Waarop het Oosten zich
natuurlijk gedwongen ziet daar weer een schepje bovenop te doen.
Schande
dat jullie jezelf Christenen durven te noemen! Een echte
Christen behoort zijn leven te geven voor het heil van de ander.
Maar jullie zijn van God en gebod los en daarom zullen wij
jullie net zolang koekjes van eigen deeg voorschotelen tot
jullie je hoofd buigen en inzien hoe superieur óns godsbesef
is.
Wat
een bloedgevaarlijk steekspel! En dat alleen vanwege het oude
taboe dat verbood om de dialoog met de innerlijke demon aan te
gaan. Terwijl juist dát er de oorzaak van is dat het monster
van afgunst en haat aan superieure kracht heeft kunnen winnen en
ons nu, vanaf beide kanten van de spiegel, met zoveel hautaine
minachting aangrijnst.
Ook
al zal het gepaard gaan met een periode waarin we ons, met zijn
allen, door de zure appel zullen moeten heen zien te bijten: het verschil
tussen waarheid en waan móet aan de kaak worden gesteld!
Beter
een tijdelijke oprisping van een teveel aan zuur dan een
plutonische gifcoctail over ons uitgestort te krijgen.
Wat ons daarbij het allerzwaarst op de maag zal vallen, en beslist de nodige
oprispingen teweeg zal brengen, wordt het onder ogen zien van
die afgrijselijke hoogmoed waarmee de mens nog steeds is behept.
Dit is immers de bron van alle ellende. Vinden
wij niet dat de mens mijlenver verheven is boven alle andere
levensvormen op deze aarde en dus geweldig is?
Waar hebben
wij het in hemelsnaam over! Er
is toch zeker geen plant of beest dat met een war on
terorrism zit opgescheept, omdat ze zichzelf hoger acht dan
een soortgenoot.
Verblind
door hoogmoed zijn we dus inderdaad geweld-ig! En juist deze
blindheid maakt ons zo kortzichtig dat we meestal pas de put
beginnen te dempen als het kalf al tijden verdronken is. Het is
absolute noodzaak dat mechanisme dit keer voor te zijn!
En daarom gaan we nu een kijkje in de keuken nemen van de jaren
dertig.
--------------------
De
ontdekking van de planeet Pluto
Vanaf
het moment waarop Pluto - in 1930 - werd ontdekt zouden we ons,
zowel in positief als in negatief opzicht, bewust beginnen te
worden van zijn devices. Dat zou ook broodnodig zijn,
want de jaren dertig zou zich ontpoppen tot de meest giftige
periode van de vorige eeuw. Het zou de bakermat blijken
te worden van het Nazisme en Fascisme.
Nu
was de eerste keer dat er dodelijk gifgas gebruikt werd al in
1915, tijdens de 1ste wereldoorlog, bij de slag rond Ieper in
België. Pluto was toen nog niet ontdekt, maar voor de geboorte
van iedere ontdekking staat een periode die steeds duidelijker
bezwangerd raakt van de op handen zijnde doorbraak.
Alhoewel
dit soort ontdekkingen misschien wel van de ene op de andere dag
lijkt te gaan is niets minder waar. Op verschillende niveaus
groeit de behoefte aan een nieuw archetype en uiteindelijk zal
deze, op het moment waarop er een passend artefact wordt
gevonden, uitgroeien tot een projectief symbool.
Zo
werd de planeet Uranus ontdekt ten tijden van de Franse
revolutie. Hij staat symbool voor De Vrijheid, Gelijkheid en
Broederschap die gedurende de bloedige periode vóór de
revolutie bevochten moest worden op de regenteske houding
waarmee de zonnekoningen hun onderdanen onderdrukt hielden.
Uranus
is derhalve een planeet die het onconventionele en onverwachte
uitdraagt. In zekere zin staat hij voor het omslagpunt waarop vadertje
tijd Saturnus - ten gunste van de broodnodige vernieuwing -
het oude achter zich laat. De
idealistische, vrijheidstrijder Uranus herstelt het geloof in
onze vitale levenskracht en heeft dus een geheel andere functie
dan Pluto. Die ons juist dwingt tot een confrontatie met de
beerput van de onderwereld.
Door
ons keihard met de neus op onze zwakke plekken te drukken laat
deze planeet ons voelen hoe nietig wij wel niet zijn.
Daarmee raakt
hij ons regelrecht in onze allerzwakste plek. Want wij willen
helemaal niet ziek, zwak en misselijk zijn, maar groot,
sterk en… eigenlijk gelijk de goden!
Nu
hebben deze altijd heel wat menselijke zwakheden door de vingers
gezien, maar de hele mythologie is vergeven van de voorbeelden
waarin de hybris van het gelijk aan de goden te willen
zijn altijd onverbiddelijk werd afgestraft. De mens behoort
zijn plaats te weten. En terecht, want, ondanks al onze stoere
taal, hebben wij nog steeds een dermate primitief en agressief
bewustzijn dat de kennis der goden absoluut niet aan
mensenhanden toevertrouwd mag worden.
Alle
ontdekkingen heeft de mens immers zowel ten goede als ten
slechte aangewend. En dat dit de totale mensheid fataal kan
worden is – sinds de uitvinding van de atoombom in de tweede
wereldoorlog – geen vraag meer maar een absolute zekerheid.
Ook
al heeft de moderne mens zoveel kennis vergaard dat we de goden
op het spoor zijn; voordat zijn hij behoefte aan macht heeft
doorgeprikt en zijn agressiviteit achter zich heeft gelaten zal
hij nooit en te nimmer het niveau kunnen bereiken dat hoort bij
de volgende bewustzijnsfase.
Toch
is dat wel degelijk de noodzakelijke volgende sprong die wij
moeten nemen in het evolutieproces. Maar aangezien de natuur
wijzer is dan alle mensen bij elkaar, worden we gedwongen eerst
de niet misselijke lessen van de keiharde leermeester Pluto
onder de knie krijgen.
Twee
thema’s staan daarbij centraal: macht/onmacht en
materie/antimaterie. Hier worden we natuurlijk niet voor
niets mee geconfronteerd. De mens is immers hartstochtelijk op
zoek naar het overstijgen van zijn grenzen. Zowel op het gebied
van het allerkleinste, als het allergrootste, en dit is precies
het terrein waarop Pluto excelleert. Maar ik heb al gezegd, dat
hij een leermeester is die de meetlat heel hoog legt en eerst
alle rotte plekken verwijderd. Zijn motto is wie niet horen
wil moet voelen. Kennelijk
hebben we nog steeds niet goed genoeg geluisterd want, tot op de
dag van vandaag, zijn we er niet in geslaagd het vreselijke
fascisme uit te roeien waarin alle kwaad in zit
samengebald. Integendeel, dit is nog steeds de meest rotte plek,
het levensbedreigende kankergezwel, dat het leven op aarde
bedreigt.
Het
is beslist geen toeval dat beide fenomenen ongeveer
gelijktijdig boven kwamen drijven toen Pluto zijn intrede deed.
Zoals
de Pest hoorde bij de onhygiënische levensstijl van de duistere
Middeleeuwen waren Tering en Tuberculose het soort kwijnende
ziekenbeelden die vooral voorkwamen ten tijde van de
neptuniaanse melancholie der 19de eeuw.
Ieder tijdperk heeft zijn eigen bijbehorende ziektebeelden en de
daarbij passende geneeswijzen. Zo werd bijvoorbeeld de planeet
Neptunes ontdekt in een periode waarin men hypnose als therapie
ging gebruiken. (Neptunes werd ontdekt in 1846) Bij
de aanvang van het plutonische tijdperk betrof het de dodelijke
ziekte Kanker.* Echter,
het meest dramatisch zou de collectieve besmetting met de
schizofrenie van het fascisme blijken te zijn. Als
ergens het pijnlijke grensgebied tussen leven en dood, macht en
onmacht, uit is gebleken dan toch wel hieruit. Nooit
eerder werden we zo duidelijk met de vraag geconfronteerd wie er
wel, of niet, mocht leven. Nooit eerder was de drang zo sterk om
toch alsjeblieft te mogen horen tot de cel van de grote
uitverkorenen. Het
is echt niet zo vreemd om te stellen dat de angst voor de
gevreesde dodelijke ziekte, die iedereen zomaar kon vellen, een
uiting was van nog dieper onderhuids aanwezige angsten die op
dat moment de maatschappij zo onzeker maakte. Naast
alle onrust raakte de mens gelijktijdig ook steeds meer
geobsedeerd door het idee dat hij was voorbeschikt om tot
Olympische hoogten op te klimmen.
Sinds
de uitvinding van het vliegtuig hadden we het gevoel alsof we
zelf vleugels hadden gekregen en in staat waren boven onszelf
uit te stijgen. Deze gedachte werd mede gestaafd doordat de
wetenschap, in redelijk korte tijd, in staat was een aantal zeer
grote kosmische geheimen te ontsluieren. Niet alleen maakte de
astronomie een enorme vooruitgang mee. Op het niveau van het
allerkleinste leerden we steeds meer over de atomaire en
subatomaire wereld. Terwijl op het terrein van de menselijke
geest mannen als Freud, Jung en Adler onbekende diepten van de
geest blootlegden. Maar misschien kwam de droom gelijk te
goden te worden, nog het meest duidelijk tot uiting in het initiatief
van Pierrre de Coubertin om de antieke Olympische
spelen nieuw leven in te blazen. De wens om ook op lichamelijk
gebied de menselijke limiet te trotseren appelleerde aan het
mondiale idealisme van verbroedering en resulteerde erin dat -
in 1896 te Athene - het vreugdevuur der goden opnieuw ontstoken
kon worden. De
mens wilde dolgraag zijn kennis verbreden en sinds Jan met de
Pet kon beschikken over een fiets, en zijn beter bedeelde
broeder over een automobiel, bleek alras dat het leven over de
horizon een welkome ontsnapping bood aan de kleinburgerlijke prietpraat rond de dorpspomp.
Toch
zat er aan dit alles ook een enorme schaduwzijde. Friederich
Nietsche had openlijk verkondigd dat God dood was. Hetgeen een
voorzichtige voorbode was van de steeds geringere invloed die
God, en de kerken, stilaan op ons leven zouden gaan krijgen. Al
zou de eigenlijke schifting van de zuilen pas na het einde van
de 2de wereldoorlog duidelijk zichtbaar worden. Er
tekende zich ook een nieuw soort religie aan en de priesters van
díe kerk resideerden achter grote bureaus in imposante
bankgebouwen. Blij
dat er eindelijk een kerk was waar je gebed zelfs met rente werd
beloond brachten veel overtuigde gelovigen er opgewekt al hun
opgespaarde offerwaar naar toe. De
paniek sloeg dan ook alom toe toen meteen na de grote beurscrash
van 1932 het hele financiële bolwerk in elkaar stortte. De
daarop volgende jarenlange depressie bleek zo’n
uitputtingsslag te zijn dat de mens hulpeloos op zoek ging naar
de volgende strohalm. Een nieuw soort Messias. Eentje die á la
minute een nieuwe heilstaat te voorschijn kon toveren. Niet ver
weg in dat vage hiernamaals, maar een tastbaar aards paradijs.
Exclusief voor een uiterst selecte groep ons soort mensen.
Op
zo’n moment wordt er altijd wel iemand door de tijdsgeest naar
voren geschoven die voldoet aan het juiste ideaalbeeld. Toch is
het een vergissing te denken dat zo iemand in zijn uppie in
staat is de macht pakken. Zolang
zijn ster rijzend is hoeft hij alleen maar met veel aplomb het
oude systeem af te keuren, met zoetgevooisde stem allerlei mooie
toekomstbeloften te doen en veelvuldig het toverwoord vernieuwing
gebruiken. Door de hele geschiedenis heen blijkt dit voldoende
om bij veel toehoorders het verstand op nul te zetten en het
nieuwe idool alle benodigde macht toe te werpen. Triest genoeg
wordt dit enthousiasme altijd weer opgebracht door mensen die,
vroeger of later, tot de ontdekking zullen komen dat strohalmen
hangen boven het verstikkende moeras dat in open verbinding
staat met de beerput van de onderwereld. En alle waarschuwingen
ten spijt, steeds opnieuw blijkt dat als dit mechanisme eenmaal
in gang is gezet het nauwelijks meer valt te stoppen. Het is een
gewelddadige sneeuwbal die ongelofelijk snel bergafwaarts kan
rollen. Vooral in periodes waarin het gevoel van onzekerheid en
onveiligheid zo groot wordt dat de mens zichzelf minder dan
nietig voelt.
Al
vanaf het begin van ons bestaan heeft de mens een
Calimero-gedrag ontwikkeld dat gevoed wordt door een immens
schuldcomplex. Eerlijk gezegd kunnen wij dat gevoel van
onvermogen alleen naar de achtergrond verdringen als alles
verder een beetje mee zit. Maar in tijden van rampspoed speelt
het des te harder op en O, hoe goedgelovig kunnen wij mensen dan
wel niet zijn.
Toch is het begrijpelijk dat als iemand vergaat van de honger
hij meteen naar de schaal met aangeboden broodjes zal grijpen.
Pas als het te laat is komt hij tot de pijnlijke ontdekking dat
hij zijn tanden heeft gezet in een bedorven broodje aap. Als
zoiets gebeurt treedt er vaak een heel wonderlijk mechanisme op.
In plaats van zijn buurman te waarschuwen is het slachtoffer
heimelijk blij als die er ook intrapt. Dat schijnt beter te
verteren te zijn dan het besef dat hijzelf de enige stommeling
is. In
ieder geval stonden de zaken er in de dertiger jaren zo beroerd
voor dat Pluto’s komst ongelofelijk veel onverwerkte prut naar
boven kon brengen. En iedereen weet dat de stank van de beerput
uiteindelijk een afgrijselijke lijkengeur gaan zou verspreiden
en het plutonisch requiem overal te horen zou zijn.
Ten
tijden van zijn ontdekking in 1930 stond Pluto op18° Cancer =
Kreeft.
Het is beslist geen toeval dat dit sterrenbeeld naamdrager van
de nieuwe ziekte werd. Kanker
is de ziekte die onze cellen aantast en verandert. Het
verspreidt zich niet als een olievlek, maar via een a-causal
verband. Juist hierdoor valt de ziekte zo moeilijk te
bestrijden. Veelal kunnen we dat alleen door een patiënt te
bestralen met uiterst krachtig, aan Pluto verwant, materiaal.
Waardoor we er niet aan ontkomen ook een groot gebied van de
gezonde cellen te vernietigen. Vaak genoeg moet men een patiënt
dermate vol spuiten met uiterst giftige stoffen dat middel en kwaal
bijkans even afschuwelijk zijn. En dát is nu de meedogenloosheid van Pluto ten voeten uit!
Als
het zo uitkomt moet het goede onder het kwade lijden. Hij is nu
eenmaal ingehuurd om op megaschaal te opereren en dan telt een
celletje meer of minder niet. Hetgeen zowel geldt voor het
gevecht op het allerkleinste, als op het allergrootste niveau.
Het
slechte in de mens kwam overigens op velerlei vlak vanuit de
onderwereld omhoog zetten. Zo was dit in Amerika de glorietijd
van de maffia en de drooglegging. Dit werd vooraf gegaan door
de ontdekking van aardolie in 1859. Het zwarte goud van de
onderwereld zou spoedig gevolgd door door het opdelven van nog
meer schatten zoals aardgas en uranium. Het
was van meet af aan duidelijk dat er flink geld mee te verdienen
zou zijn. Maar het zouden vooral de ontwikkelingen ná de
ontdekking van Pluto zijn die duidelijk maakten tot welke
proporties de macht van het grote geld zou uitgroeien.
Waar liefde verdwijnt wordt geld een steeds belangrijker
substituut en sinds Pluto’s komst zou het zwarte goud een
steeds belangrijker functie krijgen als hét smeermiddel bij
uitstek waarmee de mens mondiale macht zou weten af te dwingen.
Tot welke afschuwelijke uitwassen dit zou leiden en vooral naar
het waarom ervan, zullen we nu aan de hand van de toenmalige
sterrenstand gaan bekijken.
Kreeft
is het teken dat van oudsher aan de heerschappij van de Maan
wordt toegeschreven. Na ik ben, heb en communiceer
komen de emoties aan de beurt. Logisch, want iemand hoeft zijn
mond maar open te doen, of hij roept direct allerlei gevoelens
op. Het is immers door de emotionele gewaarwording dat de mens
zich zijn eigen behoeften en kwetsbaarheid realiseert.
De
Maan is de natuurlijke beschermvrouwe waarbij we kunnen
uithuilen en ons een tijdje achter verschuilen als het leven te
moeilijk wordt.
Ik
heb al eerder opgemerkt dat de Zon staat voor het lekker in je
vel zitten en fier op jezelf staan, terwijl de Maan het
omarmende principe van de moeder vertegenwoordigt.
Al
worden we nog zo oud, iedereen weet hoe heerlijk het is om de
armen van je moedertje om je heen te voelen en haar lieve
glimlach te zien. We weten ook dat geen mensenkind het eigenlijk
zonder haar liefde kan stellen. Haar aanwezigheid is een
allereerste levensvereiste en als hier onverhoopt inbreuk op
wordt gemaakt kan dat leed levenslang meegedragen worden. De
eerste jaren gedijt een kindje het allerbeste in een
harmonische en veilige omgeving. Maar gegarandeerd breekt daarna
het moment aan waarop het nieuwsgierige kind meer van de wereld
wil ontdekken en dan heeft hij ook een ander archetype nodig dat
hem daarbij behulpzaam kan zijn.
Althans
zo was dat vroeger. Toen de rollen van vader en moeder nog
strikt gescheiden waren. Indertijd was het de taak van de vader
de strenge, doch liefdevolle opvoeder te zijn. De man die het
kind klaarstoomde voor het maatschappelijk geweld waar het rond
zijn 21ste tegen opgewassen moest zijn. De afsluiting van de
opvoeding was meestal de periode waarin de jongeling zijn
dienstplicht moest vervullen. Het collectieve initiatieritueel
waarin hij moest bewijzen zijn mannelijkheid waardig te zijn.
Voor
meisjes lag dit veel diffuser. Deze werden helemaal niet
klaargestoomd voor het leven buitenshuis. Zij werkten aan hun
uitzet en leerden hoe het huishouden reilde en zeilde.
Tegenwoordig is die rolverdeling helemaal opengebroken en zijn
beide ouders in staat om, als het zo uitkomt, elkaars rol over
te nemen. Zelfs helemaal in hun eentje de ouderlijke taak op
zich te nemen.
Daarom
neemt men tegenwoordig ook, bij het behandelen van de horoscoop
van een vrouw, gewoon de Zon als middelpunt, terwijl die vroeger
een stuk minder belangrijk werd geacht als haar Maan. Er is dus
heel wat veranderd. Eigenlijk
heeft Pluto hierbij een sleutelrol vervuld, want tijdens de
periode van de 2de wereldoorlog werd er juist op het gebied van
de veilige thuishaven zoveel overhoop geschud, dat vanaf dát
moment de rolverdeling noodgedwongen begon te veranderen.
Werden
vroeger de tekens Steenbok en Kreeft, en de bijbehorende huizen,
uitsluitend aan de vader (10de huis) of de moeder (4de huis)
toegeschreven, tegenwoordig wordt er steeds meer een mengvorming
toegepast. Een vrouw kan immers ook een topfunctie bereiken en
een man kán kiezen voor een bestaan als huisman. Wat
blijft is het gegeven dat de mannelijke Steenbok nog altijd het
teken is waarin alles wordt gesymboliseerd dat van
maatschappelijk belang is. Met uiteraard het MC
(carrièrepunt) als absoluut hoogtepunt. Terwijl het
tegenoverliggende punt het IC de wereld van het
vrouwelijke, de baarmoeder, het verborgene, het nog onbewuste
vertegenwoordigt.
Hoe
dan ook, beide tekens beogen het geven en waarborgen van de
noodzakelijke, structurele veiligheid. Met uiteraard het
verschil dat Kreeft en Maan meer het persoonlijke belang
vertegenwoordigen, terwijl Steenbok en zijn heerser Saturnus het
persoonlijke in een groter - collectief - verband plaatsen en
hierdoor een veel grotere reikwijdte bestrijken.
Waar
Maan/Kreeft huis, tuin en keuken onder hun hoede
hebben genomen, wordt door het alles afbakende en begrenzende
Saturnus/Steenbok principe vooral alles gereguleerd dat staat
en vaderland betreft.
De
bescherming van stad en land vereist niet alleen een
gedisciplineerd leger en politieapparaat, maar ook een
overkoepelend politiek bolwerk dat garant staat voor het
functioneren van de staat. Bij dit principe vinden we dus alles
wat valt onder de rechtsorde met zijn wetten en uitvoerende
dienaren. Zo ook het militairisme, het notariaat en de geschiedschrijving.
Eigenlijk alles waarbij de mens leiding en structuur vandaan kan
halen.
Bovenaan de maatschappelijke ladder zijn dat natuurlijk
de koning(in) of president. Daarna volgen de politici en de
kerkelijke gezagsdragers en zo waaiert het gezag zich, via een
toplaag van intellectuelen, businesstycoons en kunstenaars,
steeds wijder uit. Hoewel
dit principe zich dus voornamelijk richt op het collectieve
belang van de samenleving is het evident dat de kern wordt
gevormd door de persoonlijke inbreng van het vaderlijke
principe.
Ten
tijde van de ontdekking van Pluto stond Saturnus erg sterk. Eens in de zoveel
tijd bezoekt een rondtrekkende (transiterende) planeet zijn
eigen teken. Dat was ten tijde van de ontdekking van Pluto ook
het geval. Dit is altijd een periode waarin zowel de kracht, als wel de beperkende zwakheid die
de planeet vertegenwoordigt, sterk zichtbaar zijn. Dat gold natuurlijk ook
voor de transit die plaats vond in de dertiger jaren. Dat
was een onrustige periode waarin, geheel en al in harmonie met
het toen ook roerige plutonische principe, de onderste steen boven zou komen.
|
Bij de oppositie van 1931 stond Pluto in Kreeft en
Saturnus in zijn eigen teken Steenbok. De oppositie tussen
Pluto en Saturnus van
2002/2002 werkte uit op de as Tweelingen/Boogschutter.
Ten aanvang van de crisis van 2008 komt Pluto het teken
Steenbok binnen. Waardoor wederom een langdurige verbinding tussen
beide planeten tot stand komt
|
Hoewel
zowel Kreeft als Steenbok het waarborgen van veiligheid en
structuur als belangrijkste taak hebben, zou geheel volgens de
wetten van de archetypes, de komst van Pluto juist een periode
van vreselijke onveiligheid inluiden.
Aangezien alles klein begint begon het gemor rond de huiselijke
haard. De steeds sterker toenemende armoe en bijbehorende
depressie riepen veel onheil af. De spruitjeslucht van de
gaarkeukens was bepaald niet inspirerend te noemen. Om maar
helemaal niet te spreken van het uitzichtloze rondkomen met te
weinig middelen. Het ophouden van je hand bij de bedeling werd
terecht ervaren als een diepe vernedering. Niet vreemd dus dat
er onder grote delen van de bevolking veel gevoelens van
ongenoegen, angst en wanhoop circuleerden.
De 1ste wereldoorlog had een spoor van ellende achtergelaten en
het percentage zelfmoorden en drankzuchtigen was bovengemiddeld.
Maar wat kon men doen om het tij te keren?
De komst van het communisme, waarop menig arbeider zijn hoop had
gevestigd, bleek allerminst de gewenste bevrijding op te
leveren. En het was dat men nog niet zo goed dorst te
protesteren, maar ook de woorden van mijnheer pastoor en de
dominee werden meer gevreesd dan voor heilzaam gehouden.
Edoch! Een mens gooit nu eenmaal niet gauw oude schoenen weg
voordat hij nieuwe heeft en de angst voor hel en verdoemenis zat
er nog steeds diep in.
Toch werd Jan met de pet, ondanks alle wanhoop, steeds
mondiger. De arbeiders gingen zich steeds beter organiseren en
kregen zelfs politieke zeggingskracht. Min of meer gelijktijdig
verwierven ook vrouwen het kiesrecht. Kortom, hoewel op veel
punten de maatschappij behoorlijk verkrampt en verstard in
elkaar zat kwam de wereld tegelijkertijd in beweging en niet
zo'n beetje ook.
In feite begon ná de ontdekking van Uranus de wereldorde steeds
sneller te veranderen. Na de eerste vonk van de Franse revolutie
werd het bevrijdingsvuur nooit meer helemaal uitgedoofd. De roep
om vernieuwing en vooral om gelijkheid en broederschap leek
misschien wat naar de achtergrond verschoven, maar via de
industriële revolutie ging het verzet gestaag door. Steeds
minder voelde een arbeider zich verplicht om nog langer voor een
hongerloontje slavenarbeid te moeten verrichten in de mijn, of
geestdodend werk te doen in de fabriek. Al helemaal niet toen
duidelijk werd dat de vrijheden, en toenemende luxe, van de
elite er nauwelijks meer dichterbij door kwamen. Het was ook te wrang
voor woorden om je hele leven lang in bedompte ruimtes te moeten
sleutelen aan dure automobiels, terwijl je daar zelf nooit een
ritje in zou kunnen maken.
Het gemor van de dubbeltjes, die altijd braaf het verhaaltje
hadden geslikt dat ze nooit kwartjes zouden worden, weerklonk
steeds luider. Feitelijk was het wachten alleen nog op een
krachtige leider die de lont in het kruidvat zou durven steken.
Dat deze zou opstaan in het Duitsland van na de 1ste
wereldoorlog is niet meer dan een logisch gevolg op de extreem
zware sancties die het land, na het verliezen van de 1ste
wereldoorlog, door de alliantie opgelegd kreeg. Het
trotse en militair gedrilde Duitse volk had zich tot op de bodem
van zijn ziel vernederd gevoeld. Logisch dat de jarenlange
schrijnende armoede de smeekbede versterkte om zo snel mogelijk
door superman bevrijd te worden.
Toen Hitler’s ster begon te rijzen viel hij in een gespreid
bedje. Men wilde maar al te graag geloven dat eindelijk,
eindelijk de nieuwe Messias was opgestaan. De man had ook een dijk van een binnenkomer. Eentje waarmee hij
in één klap de sympathie van het volk mee wist te winnen. Hij
kon dan wel niet ieder individu meteen de zo
begeerde droom-automobiel beloven. Bovendien zou niemand daarmee
uit de voeten kunnen in een land dat nauwelijks over een goed
wegennet beschikte. Maar als iedereen nou eerst eens dáár de
schouders onder zou willen zetten; dan zou het gegarandeerd met
die auto’s vanzelf ook wel goed komen.
Dit bleek precies de juiste injectie waarmee de collectieve
depressie kon worden doorbroken. Het hart der natie begon weer
vol te stromen met verwachtingsvolle spanning. Nog maar heel even en dan zou de Olympische godenstatus toch
echt nabij zijn. Er moesten alleen nog een paar kleine
opruimklusjes worden verricht. Maar ach, het was een kniesoor
die daar moeilijk over zou doen!
Dat
Hitler ervan droomde grotere daden te verrichten dan Napoleon,
of Attila de Hun, en meer wilde dan wereldlijke macht alleen -
namelijk het brengen tot de uitverkoren Godheid van de nieuwe
tijd - was in het begin nog niet zo duidelijk, maar vanaf het
moment waarop hij er zeker van was dat zijn plannen draagkracht
genoeg hadden, kon niemand meer om zijn megalomane
grootheidsdrang heen.
En O, hoe anders klinkt het opeens als we dat aardige en
vertrouwde woordje superman vertalen in dat afschuwelijke
übermensch!
======
*
Natuurlijk was het, de afgelopen tijd, verleidelijk mee te
liften op de aandacht voor de 10de sterfdag van Pim Fortuyn.
Maar dat kon ik echt niet maken.Voordat de lezer bij Fortuyn
aankomt moet hij wel eerst de voorafgaande hoofdstukken
hebben gelezen. Daarin staat astrologische informatie die nodig
is om van zijn horoscoop te kunnen genieten.
**
Aangezien dit niet het eerste hoofdstuk is komen er woorden en
begrippen voor
die al eerder zijn behandeld en daarom mogelijk een beetje vreemd
overkomen. Zoals cellen, de draak met de vele koppen en het
plutonisch requiem.
Tip: het beste is er gewoon overheen lezen.
***
De ziekte AIDS brak door rond 1984.
Pluto begon toen net aan zijn transit door zijn eigen teken Schorpioen.
Het teken dat alles met leven, dood en seksualiteit te maken
heeft. Wel, het is iedereen bekend zijn hoe dramatisch zijn
invloed op die tijd was.
|